Buurlanden Irak vrezen invloed van terrorist Al-Zarqawi
HILVERSUM - In Jordanië maakt men zich grote zorgen over de toenemende macht en invloed van Abu Musab al-Zarqawi, de man die in buurland Irak verantwoordelijk is voor de meest bloedige aanslagen.
Overal waar zijn strijders in Irak steden en dorpen bezetten, wordt een Taliban-achtig regime ingevoerd en hebben etnische zuiveringen plaats waarbij vooral sjiieten het moeten ontgelden. Al-Zarqawi bedient zich daarbij van dezelfde methoden als de beruchte Joegoslavische oorlogsmisdadiger Arkan, die zelfs kinderen de rivier in liet gooien. Net als Arkan heeft Al-Zarqawi een verleden in de misdaad en beschikt hij over veel geld.Al-Zarqawi zelf is afkomstig uit Jordanië. Hij had daar in 1994 een soort Hofstadgroep van zestien leden gevormd. Tijdens huisbijeenkomsten hitste zijn charismatische mentor Mohammed al-Maqdisi de groepsleden op. Toen dit netwerk in 1994 op het punt stond een aantal aanslagen te plegen, werd het opgerold.
In 1999 kreeg Al-Zarqawi gratie, waarna hij naar Pakistan en Afghanistan vertrok. Daar sloot hij zich aan bij al-Qaida, waar hij het vertrouwen van Osama bin Laden won. In de oostelijk gelegen Afghaanse stad Herat werd hij vervolgens leider van een al-Qaida-kamp, waar onder meer geëxperimenteerd werd met chemische wapens.
Na de val van de Taliban dook Al-Zarqawi eerst in Iran en later in Syrië en Irak op. In april vorig jaar beraamde Al-Zarqawi, volgens Jane’s Intelligence Review van oktober dat jaar, een aanslag met chemische wapens op drie doelen in Jordanië: het hoofdkwartier van de geheime dienst GID, het kantoor van de premier en de Amerikaanse ambassade.
Dankzij arrestaties konden de aanslagen net op tijd worden voorkomen. Tijdens verhoren verklaarde Azmi al-Jayousi, de leider van de operatie, dat hij in opdracht van al-Qaida en Al-Zarqawi had gehandeld. Maar de Jordaniërs schrokken nog het meest van de rol van buurland Syrië, waar de hele operatie was voorbereid.
De Jordaanse geheime dienst wist al langer dat Syrië bescherming aan Al-Zarqawi en zijn netwerk bood. Zo reisde Zarqawi met een Syrisch paspoort vanuit Damascus naar zijn vaderland Jordanië. Syrië is het nooit eens geweest met de Amerikaans-Britse militaire interventie in Irak waarbij het regime van Saddam Hussein verdreven werd. De Syriërs vrezen dat zij het volgende doelwit worden en zouden nu heimelijk gewelddadige groepen die zich tegen de Amerikanen en hun bondgenoten verzetten, steunen.
Niet minder bezorgd is men in Saudi-Arabië, dat ook een lange grens met Irak heeft. De Saudische autoriteiten hebben geconstateerd dat Irak wordt gebruikt als uitvalsbasis voor aanslagen in Saudi-Arabië en Europa. Het netwerk van Al-Zarqawi leidt voor dat doel in Irak en in de Iraaks-Syrische grensstreek jihadstrijders op.
De Saudische inlichtingendienst verhoorde een Saudische extremist die in december 2004, na terugkeer uit Irak, was gearresteerd. De man, zo verklaarden Saudische inlichtingenbronnen vorige maand, wist toen te melden dat er plannen in voorbereiding waren om met vier mannen een aanslag op de Londense metro te plegen. De Britten werden ingelicht, maar die namen geen extra maatregelen.
Hoe de Saudische extremist -als het verhaal tenminste klopt- aan zijn informatie kwam, is niet bekend. Mogelijk is er behalve een Pakistaanse link ook een lijn naar het netwerk van Al-Zarqawi. Er wordt al vermoed dat Al-Zarqawi iets te maken heeft gehad met de aanslagen in Madrid op 11 maart vorig jaar. Volgens het Spaanse dagblad El Pais van 7 september hebben personen die bij deze aanslagen betrokken waren in contact gestaan met Al-Zarqawi’s netwerk in Irak of Europa.
Een rapport van de Spaanse onderzoeksrechter Juan del Olmo noemt in dit verband de namen van de Jamal Zougam, Amer al-Azizi, Said Chedadi en Mustafa Barkani. Op Azizi na werden allen gearresteerd. Mustafa Barkani is een Marokkaan „die zeer nauwe banden had met Mohammed Abu Dhess, de leider van Al-Zarqawi’s terreurcel al-Tawhid in Duitsland.”
De voortvluchtige Amer al-Azizi is een hoge al-Qaida-man die in contact stond met Jamal Zougam, wiens telefoonwinkeltje in Madrid een sleutelrol bij de aanslagen van 11 maart speelde. Azizi had weer connecties met de Marokkaan Abdelatif Mourafik, die wordt omschreven als „plaatsvervanger van Al-Zarqawi.”
Het valt op dat behalve Syriërs, Irakezen en Jordaniërs nogal wat personen van Noord-Marokkaanse afkomst deel uitmaken van Al-Zarqawi’s netwerk. Enige tijd waren er ook nauwe banden tussen de uit Irak afkomstige mullah Krekar en Al-Zarqawi. De twee kenden elkaar persoonlijk. Krekar misbruikte zijn asielstatus in Noorwegen om in Noord-Irak een extremistisch netwerk genaamd Ansar al-Islam op te zetten. Hij liet zich in diverse interviews positief uit over Osama bin Laden en omschreef zelfmoordaanslagen als „de grootste jihad voor de islam.”
Ansar al-Islam fuseerde in 2002 met de organisatie van Al-Zarqawi, waarna Krekars invloed geleidelijk afnam. Sinds februari 2003 is hij formeel geen leider meer van Ansar al-Islam, maar hij bleef wel nog actief op het jihadfront. Via Krekars contacten zijn diverse jihadstrijders vanuit Italië naar Irak gereisd.