Groenink opgelucht na overnamewinst
AMSTERDAM - Bestuursvoorzitter Rijkman Groenink van ABN AMRO toonde zich maandag opgelucht dat het overnamegevecht om Banca Antonveneta in het voordeel van zijn bank is beslecht. Met de overname van de Italiaanse bank is ABN AMRO de eerste buitenlandse partij die in Italië daadwerkelijk voet aan de grond krijgt.
„We wisten natuurlijk dat we forse oppositie konden verwachten, maar een aantal weken geleden bekroop ons toch het gevoel dat we het niet zouden redden. Gelukkig is het wel gelukt, omdat we met open vizier hebben gestreden. Daarmee laten we zien dat je op een transparante manier iets kunt bereiken. Ik ben een blij man”, aldus Groenink.Het Nederlandse bankbedrijf heeft maandag 40 procent van de aandelen overgenomen van zijn voormalige tegenstrevers. Door de aankoop bezit ABN AMRO een belang van bijna 70 procent in Antonveneta.
Banca Popolare Italiana (BPI) verkoopt zijn belang van 30 procent. Ook verwerft ABN AMRO ongeveer 10 procent van andere aandeelhouders. Het Nederlandse concern betaalt opgeteld bijna 3,2 miljard euro om de aandelen in handen te krijgen. ABN AMRO had al een belang van 30 procent in Antonveneta.
Bestuursvoorzitter Rijkman Groenink zei in een toelichting dat ABN AMRO de komende tijd zal gebruiken om de nieuwe aanwinst op te nemen in het bedrijf. Tijdens de integratie van Antonveneta verwacht ABN AMRO geen andere grote aankopen te doen. De integratie van de Italiaanse bank zal volgens de topman een behoorlijke tijd in beslag nemen. Uiteindelijk moet de Italiaanse klant er beter van worden door betere producten en meer keuzemogelijkheden.
Met het akkoord tussen ABN AMRO en BPI komt een einde aan een maandenlange overnamestrijd tussen de twee. ABN AMRO kondigde eind maart zijn overnameplannen in Italië aan, maar werd al snel dwarsgezeten door BPI. De bestuursvoorzitter van BPI wist zich daarbij gesteund door de president van de centrale bank, Antonio Fazio. Hij keurde een tegenbod van BPI goed, ondanks de zwakkere financiële positie en kleinere omvang van de Italianen. Groenink noemde vooral de opstelling van de centrale bank een tegenvaller.
De strijd bracht het gesloten karakter van het Italiaanse bankwezen scherp aan het licht. Fazio bleek weinig te voelen voor een buitenlandse overname van een Italiaanse bank. De afgelopen weken werden de aanwijzingen steeds duidelijker dat Fazio heeft samengespannen met BPI. Die belangenverstrengeling bracht de positie van de president van de centrale bank aan het wankelen. Fazio staat onder grote druk om af te treden.
Analisten reageerden positief op de overwinning van ABN AMRO, maar vinden wel dat de Nederlanders een hoge prijs betalen voor Antonveneta. „Er zit een forse overnamepremie op”, aldus David van der Zande van effectenbank Stroeve. „Ze betalen ongeveer tien keer de winst en dat is best veel.”
ABN AMRO betaalt 26,50 euro per aandeel en waardeert Antonveneta daarmee op 7,6 miljard euro.