„De winstgevende aluminiumproductie wordt verkocht, hoe gaan we alleen verder op staal? We hebben in Nederland nu nog een van de modernste staalfabrieken, maar hebben we die over vijf jaar nog?” aldus COR-voorzitter F. van Wieringen.

De voorzitter reageerde op de adviesaanvraag die de COR woensdag kreeg van de directie over de voorgenomen verkoop van de aluminiumdivisie. Een groot deel van het personeel van het staalconcern maakt zich volgens Van Wieringen zorgen over de toekomst.

Hij wees op de wereldwijde crisis die momenteel heerst in de staalindustrie. „Om de installaties op peil te houden, moet er ook nog 100 miljoen euro op jaarbasis worden geïnvesteerd. Zo moet er dit jaar groot onderhoud worden gepleegd aan een van de ovens. Dat kost wel 30 tot 40 miljoen euro”, lichtte de COR-voorzitter toe.

Daarom stelt de ondernemingsraad als voorwaarden aan de verkoop van de aluminiumpoot dat een deel van de opbrengst ook ten goede komt aan de vestingen in Nederland. Eerder heeft Corus bekendgemaakt dat de gelden vooral ten goede zullen komen aan het verbeteren van de financiële positie.

Een woordvoerder van Corus wilde woensdag nog niet reageren op de wensen van de COR. Volgens hem zullen later deze zomer „de eerste contouren duidelijk worden” van de verkoop van de aluminiumtak. De meest voor de hand liggende kandidaten daarvoor zijn aluminiumproducenten Alcoa, Alcan, Norsk Hydro en Pechiney.

Het Corus-personeel dat werkt in de aluminiumpoot is volgens Van Wieringen blij met de ophanden zijnde verkoop. „Want onder Corus werd er nauwelijks nog geïnvesteerd in die divisie en dat gebeurt wel bij een bedrijf dat echt groot is in aluminium.”

Bij Corus werken wereldwijd zo’n 55.000 mensen, van wie eentiende in de aluminiumproductie. In Nederland telt het staalconcern ruim 10.000 werknemers. Van hen werken er 550 in de aluminiumdivisie.