Tegengas
Breedgeschouderde lieden die een partij biljart spelen, zich laven aan blikjes maltbier en opgetogen in polonaise lopen. Dagblad De Telegraaf kreeg vorige week een serie saillante foto’s toegespeeld. Op de gepubliceerde afbeeldingen is te zien hoe een groepje getatoeëerde gevangenen in strafinrichting Esserheem in Veenhuizen (Dr.) zich opperbest vermaakt.
„In ons eigen café Club 91 vieren we ieder weekeinde feest”, zo citeert de krant tweevoudig moordenaar Martin K. „Onder het genot van een heerlijke snack, een ijsje of een maltbiertje leggen we een kaartje, spelen we biljart of luisteren we gezellig naar muziek. Of als het lekker weer is, spelen we een partijtje tennis. Buiten hebben we namelijk ook een tennisbaan ter beschikking.”
Reacties via de website van De Telegraaf laten aan duidelijkheid niets te wensen over. „Welkom in hotel De Bajes (vier sterren).” Of: „Je dochter of zoon zal vermoord zijn door een van die cafégangers.” En: „Wat een laf land, zeg. Criminelen hebben het beter dan de meeste minima.”
Gevangenen die een hotelleven leiden. Burgers zijn verbijsterd.
Woordvoerder H. Janssens van het ministerie van Justitie: „Doordeweeks hebben gedetineerden een vast dagprogramma. Arbeid, sport, verzorging, enzovoort. ’s Middags om vijf uur moeten ze op cel, tot de volgende ochtend acht uur. In het weekend is het dagprogramma wat minder uitgebreid. Dan is er ruimte voor gezamenlijke activiteiten. Maar je kunt je afvragen of het de bedoeling is dat gedetineerden maltbier gaan drinken. Daarom is vorige week nog eens nadrukkelijk met de inrichtingsdirecteuren gesproken over de regels. Er is gewezen op oude afspraken. In de gevangeniswinkels mag geen bier worden verkocht. In Esserheem stond het bier op de verkooplijst. Dat is dus niet de bedoeling.”
Nederland staat in zijn hemd voor de rest van de wereld?
„Ik heb geen behoefte om daarop te reageren. Bedenk wel dat het belangrijkste is dat gedetineerden hun vrijheid kwijt zijn. In detentie bestaan een aantal regels. Maar er zijn ook voorzieningen. Mensen kunnen tafeltennissen of een kaartje leggen.”
Heeft een gedetineerde in dit land meer comfort dan een bejaarde?
„Die twee groepen kun je niet met elkaar vergelijken.”
Verkeerscampagne
„Mierzoet.” Die weinig vleiende typering gebruikt webontwikkelaar S. Jongerius uit Waddinxveen voor de huidige verkeerscampagne van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Sinds kort treft de automobilist langs de weg borden als: ”I love rechts rijden”, ”I love afstand houden” en ”I love stoppen voor zebra’s”.
Omdat de „zoetsappige” teksten „een flink aantal mensen” de keel uitkomen, heeft Jongerius een anticampagne opgezet. Voor een enkele euro kunnen automoblisten stickers met teksten als ”I love 180 km/u”, ”I love rechts inhalen” en ”I love bumperkleven” bestellen.
Heeft het ministerie zich deze tegenactie niet zelf op de hals gehaald? De overheidscampagne is toch ook mierzoet?
Woordvoerder L. van Hooijdonk van het ministerie van Verkeer en Waterstaat: „Het is een campagne met een knipoog. Het publiek begrijpt dat ook, we hebben de slogans van tevoren uitvoerig getest. Mensen begrijpen dat er sprake is van overdrijving in de teksten, daar zien ze de humor wel van in. Daarbij komt dat allerlei onderzoeken laten zien dat een positieve insteek meer effect heeft dan een negatieve.”
Laat een snelheidsmaniak zich iets gelegen liggen aan de campagneteksten?
„Nee, maar op die groep weggebruikers richten we ons ook niet. Vooraf kregen we van landelijk verkeersofficier mr. Koos Spee te horen dat er in het verkeer grofweg drie groepen zijn te onderscheiden. De ene categorie houdt zich netjes aan de regels. De tweede groep betreft de notoire hufters. Die mensen trekken zich nergens wat van aan. Die kun je alleen maar zwaar beboeten of hun rijbewijs afpakken. De derde groep zit ertussenin. Het gaat om weggebruikers die zo af en toe in de fout gaan, bijvoorbeeld als ze haast hebben. Op die categorie is de campagne gericht.”