Rechter oordeelt over conflict Deense kerk
De lutherse volkskerk in Denemarken moet in de toekomst accepteren dat leden niet geloven in het christelijke dogma van de opstanding der doden, maar in reïncarnatie. Dat heeft de hoogste rechtbank in Denemarken in een uitspraak bepaald.
Volgens de Deense krant Christliche Tagblatt heeft de rechtbank zich met deze uitspraak voor het eerst in de Deense geschiedenis bemoeid met de geloofsleer van de Deense volkskerk.
Aanleiding voor de uitspraak is een sinds 1994 lopend proces van kerkelijk medewerker Steen Ribers uit Kopenhagen. In verscheidene open brieven verklaarde Ribers dat hij in reïncarnatie gelooft. Vanwege deze opvatting is hij in 1994 door zijn voorganger met toestemming van de Kopenhaagse bisschop Erik Norman Svendsen uit de volkskerk gezet. Tot op heden waren alle uitspraken van de Deense rechter in het nadeel van Steen Ribers.
Om problemen in de toekomst te voorkomen, pleit de algemeen secretaris van de piëtistische Lutherse Zendingsvereniging, Jens Ole Christensen, ervoor om voorgangers en andere kerkelijke functionarissen in de toekomst door een schriftelijk verklaring te laten instemmen met de christelijke leer.
Als gevolg van de recente juridische uitspraak zijn er in Denemarken nu slechts twee redenen waarom de Deense volkskerk leden kan uitsluiten: bij een overstap naar een andere religieuze gemeenschap en bij het starten van een eigen, nieuwe geloofsgemeenschap door het kerklid.
Volgens de Deense hoogleraar administratief recht Henrik Palmer Olsen van de universiteit van Kopenhagen maakt de rechterlijke uitspraak het mogelijk dat de Deense volkskerk zich in de toekomst in verschillende richtingen ontwikkelt. „De voorgangers hebben niet meer het laatste woord, ook alternatieve geloofsrichtingen binnen de kerk moeten nu toegestaan zijn.”