Tevreden reacties op atoomakkoord Noord–Korea
Zowel de Verenigde Staten als het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) hebben maandag tevreden gereageerd op het nucleaire akkoord met Noord–Korea.
Directeur Mohammed el–Baradei van het IAEA wil dat de VN–inspecteurs zo snel mogelijk terugkeren naar Noord–Korea. El–Baradei reageerde op de verklaring eerder op de dag dat Noord–Korea in ruil voor concessies zijn nucleaire programma zal opgeven.
Noord–Korea, Zuid–Korea, de VS, China, Rusland en Japan bereikten maandag een grote doorbraak in het al jaren slepende conflict over de nucleaire ambities van het bewind in Pyongyang. In ruil voor de toezeggingen krijgt Noord–Korea energie (olie en stroom) van de vijf gesprekspartners. Ook op andere economische terreinen willen de VS, China, Japan, Zuid–Korea en Rusland nauwer met Noord–Korea gaan samenwerken. El–Baradei noemde de toezeggingen van het regime in Noord–Korea „bemoedigend".
Noord–Korea zette inspecteurs van het IAEA in december 2002 het land uit, nadat de internationale spanningen over de nucleaire ambities van het bewind in Pyongyang hoog waren opgelopen.
Het Witte Huis heeft maandag het akkoord met Noord–Korea verwelkomd, maar stelde ook dat het essentieel is dat het regime in Pyongyang de gemaakte afspraken nakomt en zijn nucleaire programma ontmantelt.
„We zijn blij met de geboekte vooruitgang. Het is een goed akkoord", zei woordvoerder Scott McClellan. De overeenkomst werd eerder op de dag bereikt tijdens het zeslandenoverleg in de Chinese hoofdstad Peking.
Maar de zegsman voegde er aan toe dat de kern van de zaak de implementatie van het akkoord is „en we moeten maar zien hoe het verder gaat". Het stalinistische land moet nu zijn beloftes nakomen, aldus de woordvoerder.
Noord–Korea zal ook weer toetreden tot het Non–Proliferatieverdrag (NPV), het internationale verdrag dat de verspreiding van kernwapens moet tegenhouden. Het marxistische land houdt het recht op het vreedzame gebruik van kernenergie als „het vertrouwen van de internationale gemeenschap is herwonnen". Over het akkoord wordt door de zes partijen in november verder gesproken.
De crisis begon in 2002 toen Washington de Noord–Koreanen ervan beschuldigde in het geheim te werken aan een kernwapen. Dat was volgens de Amerikanen in strijd met een verdrag uit 1994, dat onder meer voorzag in de bouw door een internationaal consortium van twee zogeheten lichtwaterreactoren ter vervanging van verouderde Noord–Koreaanse centrales. Bij normale werking van lichtwaterreactoren zijn geen stoffen voorradig die geschikt zijn voor het maken van kernbommen.
De VS stopten na de beschuldigingen direct hun contractuele olieleveranties, waarop Noord–Korea de uraniumverrijking hervatte. Pyongyang liet in februari weten kernwapens te bezitten, een claim die internationaal in twijfel is getrokken.
Noord–Korea reageerde vaak wispelturig, wantrouwend en soms regelrecht vijandig op vooral de houding van de VS. Die beschouwen Noord–Korea als een onbetrouwbare ’schurkennatie’ met wie eigenlijk geen enkele afspraak te maken valt. In Noord–Korea gelden de VS als de duivelse natie die alleen ten doel heeft de marxistische verworvenheden met geweld te vernietigen.
In de verklaring van maandag stellen de VS dat ze geen kernwapens op het Koreaans schiereiland hebben gestationeerd. Ook verklaart Washington geen intenties te hebben Noord–Korea aan te vallen en wil het net als Japan de relaties met het straatarme en geïsoleerde land normaliseren.