Emotiemens zoekt prikkels
„Hij is al twee keer aan een opleiding begonnen, maar is ook weer gestopt. En nu wacht hij min of meer totdat er een mogelijkheid voorbijkomt, waarbij alles ineens ’klikt’ - waarbij hij het „Kicken, weet je wel”-gevoel krijgt. Kortom, waarbij de keus voor hem wordt gemaakt door een onweerstaanbare en overweldigende emotie. Dat is de emotiemens.”
Dr. Stefan Paas, evangelisatieconsulent binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken, sprak woensdag in Lelystad op een symposium ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van Zendtijd voor Kerken (ZvK). Onderwerp van zijn lezing was ”de emotiemens” en de betekenis daarvan voor het radio- en televisiewerk van de kerken.
In ZvK participeren vijf kerken: de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, de Nederlands Gereformeerde Kerken, de Unie van Baptisten Gemeenten en de Evangelische Gemeenten.
Tegenover de emotiemens staat de traditiemens, aldus dr. Paas. „Mijn opa wist dat hij op de knapenvereniging zou gaan. Hij zou gaan trouwen met een vrouw uit het boerenbedrijf, die hem kon helpen met het werk en met wie hij -als God het gaf- kinderen zou krijgen om hem op te volgen. Mijn opa hoefde zich nooit af te vragen of het wel goed „voelde” wat hij deed, want wat hij deed, was al min of meer voorbestemd. De gedachte dat hij niet zou trouwen, dat hij „iets met mensen” zou gaan doen of absoluut eens een rugzaktrip door Nepal zou moeten maken, dat kwam allemaal niet bij hem op.”
Vier belangrijke emoties bepalen volgens dr. Paas de moderne mens: angst, ontevredenheid, onzekerheid en behoefte aan prikkels. „Mensen willen het geluksgevoel ’controleren’ door te zoeken naar prikkels. Dat doe je door ervaringen te zoeken, door dingen te kopen, door porno te kijken, door uit je dak te gaan in het weekend, door goede predikers achterna te lopen. Het is een vorm van instant-geluk.”
„Tv-makers weten dat je mensen iets te huilen of te lachen moet geven en anders zo veel mogelijk gruwzame details. En als u als dominee wel eens optreedt voor de tv, bijvoorbeeld in de ZvK, hebt u vast wel begrepen dat u het niet te moeilijk moet maken, dat u op zoek moet naar de lach en de traan.”
Het zelfontplooiingsideaal gaat aan christenen niet voorbij. „Geloof en religie zijn steeds meer een middel geworden tot zelfontplooiing. Mensen zoeken een kerk of gemeenschap die bij hen past, die aansluit op hun behoeften. Het betekent ook dat mensen steeds meer gaan ’winkelen’ in het geloofsgoed van het christendom.”
Dr. Paas wees erop dat de taal van zonde, bekering, genade en heiliging vrijwel geheel is vervangen door de taal van gekwetstheid, behoeften, troost en vervulling. „Wie de laatste 200 nummers van de Opwekkingsbundel doorleest -ik zing er overigens graag uit-, ziet dat deze geschreven zijn met ongeveer tien trefwoorden, zoals pijn, verdriet, liefde, dichtbij, Vader en schoot. Het betreft hier duidelijk de warme, bevestigende en vertroostende kant van ons vocabulaire. Onze voorouders zongen zulke liederen niet en vandaag de dag zingen christenen in Afrika -waar men het veel zwaarder heeft- ze ook niet. Dit klimaat en deze praktijken laten duidelijk zien dat wij christenen zijn in een westerse cultuur, een belevingscultuur.”
Aan de cultuur van zelfontplooiing zitten echter ook positieve kanten, benadrukte de evangelisatieconsulent. „Het heeft ons meer de ogen geopend voor de verbinding tussen geloof en persoonlijkheid. Er is, ook binnen de orthodoxie, ruimte om verschillende stijlen van geloven, evangeliseren en dienen te hebben. Zolang dit niet doorslaat in relativisme -het moet wel chrístelijk geloof blijven- is dat volgens mij alleen maar goed. Uiteindelijk geeft het ons een nieuwe aanleiding om God te prijzen voor Zijn veelkleurige schepping.”
Dr. Paas sloot zijn lezing af met „een paar tips voor christenen.” Hij stelde voor de goede kanten van het zelfontplooiingideaal te behouden, maar de zwaktes ervan niet te vergeten. „We hebben mensen nodig die zich drukker maken om anderen dan om zichzelf. Gerichtheid op een ander is niet alleen christelijker, het maakt ons in het algemeen ook gelukkiger. De grote prediker Jonathan Edwards zei ooit dat het dienen van anderen de zekerste weg is naar geestelijke ontdekkingen.”
Christenen moeten leren dat pijn en moeite onmisbaar zijn voor echt geluk, aldus dr. Paas. „Wat gemakkelijk gewonnen wordt, levert in het algemeen weinig levensvreugde op. We moeten niet vergeten dat de eerste christenen leerden dat wij „door veel moeite en verdrukking het Koninkrijk binnengaan.” Ik denk dat het ook in onze cultuur weer tijd wordt voor een wat stoerdere theologie van het lijden. Al met al hebben we mensen nodig die weer worden als een kind. Mensen die loskomen van een voortdurende hang naar oplossingen. Mensen die weer hebben leren vragen, zich verwonderen, anders hebben leren kijken, hebben ontdekt dat de echt plezierige dingen niet te koop zijn.”
Ds. S. de Jong, gereformeerd vrijgemaakt predikant te Assen, vindt de analyse van dr. Paas „treffend.” Het maakt volgens hem duidelijk hoe belangrijk het is om aan te sluiten bij de zelfontplooiingscultuur in de samenleving en de bijbelse boodschap relevant te maken. „Geen knieval voor de cultuur, maar streven naar een zo’n groot mogelijke effectiviteit in de verkondiging van Gods Woord. Eigentijds, actueel, relevant en in eigentijdse taal.”
Henk-Jan Kamsteeg, medeoprichter van jeugdkerk ”Heartbeat” in Amersfoort, zei „al dat negatieve gepraat” over postmoderne jongeren maar niets te vinden. „Ik ben de emotiemens waar Stefan Paas over spreekt. Wat we moeten doen? We moeten eropuit, discipelen maken en mensen vertellen over God. We zijn te veel gericht op onszelf. Als je jongeren wilt bereiken, moet je radicaal zijn.”