In het Najaarsakkoord van 2004 is overeengekomen dat werknemers in de eerste twee jaar van hun ziekte in totaal hooguit 170 procent van het laatstverdiende loon mogen ontvangen. Maar slechts in een kwart van de CAO’s die sindsdien zijn gemaakt, wordt de loondoorbetaling tot dat niveau beperkt.

Volgens De Geus is dat niet acceptabel. Alleen als een zieke werknemer weer gedeeltelijk aan de slag gaat, mag hij in de eerste twee ziektejaren meer ontvangen dan 170 procent, aldus de minister.

De minister wordt in zijn harde opstelling gesteund door de Kamer. Vooral VVD en D66 willen dat hij de sociale partners flink achter de broek zit. Als die niet voldoende meewerken, moet de boete die bedrijven betalen als hun personeel in de WAO belandt voorlopig maar in stand blijven, stelde D66-kamerlid Bakker.

De Kamer toonde zich evenmin ingenomen met de manier waarop de sociale partners de andere afspraken uit het Najaarsakkoord naleven. Ze is vooral ontevreden over de mate waarin in CAO’s werkgeversbijdragen worden vastgelegd over kinderopvang. Het is de bedoeling dat werkgevers een derde van de kosten hiervan voor hun rekening nemen, maar hun bijdrage is niet verplicht.

Regeringsfractie D66 en de linkse oppositie vinden dat het kabinet de werkgeversbijdrage aan kinderopvang alsnog wettelijk moet verplichten. Maar De Geus vindt het daarvoor nog te vroeg. Pas als bij een evaluatie in 2006 blijkt dat werkgevers in gebreke blijven, komt het kabinet met maatregelen, zei de bewindsman.