HOE ziet giften met 9 procent stijgen
De reguliere giftenstroom van de stichting Hulp Oost-Europa (HOE) is vorig jaar met 9 procent gestegen tot 1.144.165 euro. Dit blijkt uit het financieel verslag over 2001. De besteding aan directe hulpverlening steeg met 15 procent en was vorig jaar 1.046.000 euro.
De totale inkomsten bedroegen vorig jaar 1,508 miljoen euro. Het jaar daarvoor was dat ongeveer 1,046 miljoen euro. De HOE schrijft de forse toename toe aan een eenmalige donatie van 225.000 euro, een legaat van 135.000 euro en de stijging van de reguliere giftenstroom met 95.000 euro.
De kosten voor de eigen fondsenwerving bedroegen 243.000 euro. Een jaar daarvoor was dat bijna 197.000 euro. Hoewel deze kosten in absolute zin stegen, daalden ze procentueel van 18,8 procent naar 16,1 procent. Penningmeester J. P. Gooijer schrijft de stijging grotendeels toe aan de kosten die gemaakt zijn in het kader van de viering van het jubileumjaar van de stichting.
Vorig jaar stelde de stichting een nieuwe medewerker, specifiek voor fondsenwerving en voorlichting, aan.
Van de bestedingen aan hulpverlening ging 27 procent naar Roemenië, 12 procent naar Joegoslavië, 11 procent naar Oekraïne, 6 procent naar Hongarije en Bulgarije. Polen en Slowakije ontvingen elk 2 procent. Tweevijfde van het totaal kan de organisatie niet per land specificeren.
De HOE besteedde 153.000 euro aan literatuur, 61.000 euro aan financiële ondersteuning, 35.000 euro aan bouwprojecten, 8000 euro aan medische hulpverlening en 33.000 euro aan onderwijs- en toerustingswerk. Aan algemene hulpverlening gaf de stichting 184.000 euro uit. Naar de overige projecten, waaronder adoptieprojecten, kindertehuizen en watersnoodhulp, ging 483.000 euro. De verkoop van lectuur leverde 31.000 euro op.
Op het terrein van het onderwijs verschoof het accent vorig jaar van materiële hulp, zoals het inrichten van scholen, naar activiteiten voor onderwijzersopleidingen. Vorig jaar zijn zeventien transporten uitgevoerd naar Oost-Europa.
De HOE werkt eraan de lectuurvoorziening in Oost-Europa zelf tot ontwikkeling te brengen. De organisatie wil lectuur vertalen, drukken en uitgeven in de landen waarvoor die bestemd is en keuzes maken in overleg met de betrokkenen.