Vrije passage
De Gazastrook is Palestijns. Israël vertrok. De grenzen zijn gesloten. Bulldozers zorgden voor versperringen. De Israëli’s proberen op die manier terroristen buiten de deur te houden en bloedvergieten te voorkomen. Net als via de omstreden veiligheidsbarrière die Sharon op en rond de Westelijke Jordaanoever bouwde. Arabieren beschouwen zoiets echter als beknotting van hun vrijheid.De Palestijnse president Mahmud Abbas verlangt voor zijn landgenoten vrije passage door Israël naar en van de Westelijke Jordaanoever. Hij wil voorkomen dat de Gazastrook in een isolement terechtkomt. De Gazastrook mag niet veranderen in „een reusachtige gevangenis”, zei hij.
De eis viel te voorspellen. De ene concessie heeft nog nauwelijks vorm gekregen, of de volgende vordering ligt alweer op de stoep. Als Israël haar niet goedschiks inwilligt, zullen Abbas en zijn Arabieren de aanspraak kwaadschiks proberen te realiseren.
De eis van de Palestijnse president valt te begrijpen. Iemand woont in de stad Gaza. Zijn ouders leven in Jericho. Dat is qua afstand zoiets als van Apeldoorn naar Scheveningen. Ze kunnen als er een jarig is niet zomaar bij elkaar op bezoek. Dat is erg onplezierig. Zeker als er sprake is van huwelijken, of begrafenissen.
Toch valt het nog maar te bezien of Sharon de eis van Abbas zal inwilligen. Palestijnse ’vrijheidsstrijders’ kunnen elkaar op die manier van wapentuig voorzien. Hoe vervoeren ze dat? Per auto? Dat garandeert allerlei problemen bij het doorzoeken van de lading. Of rond het fouilleren van mensen. Durft een jood een islamitische vrouw aan te raken? Menig moslim ervaart dat als schande.
Arabieren krijgen op deze manier nieuwe voorwendsels in handen om geweld te blijven uitoefenen. Internet geeft iets weer van de stemming. Een moslimmeisje poneert klip en klaar het niet erg te vinden als er doden vallen aan de Israëlische kant. En met name onder soldaten. Ze zal feest vieren als ze hoort dat er weer zo iemand sneuvelde. „Als het voor mij was toegestaan om mee te gaan vechten, dan was ik allang vertrokken naar de landen waar mijn broeders en zusters mij het hardst nodig hebben. Met name Palestina”, zo schreef zij.
Zij is niet de enige die er zo over denkt. Jongeren zijn in de Gazastrook op ’t ogenblik bezig joodse synagogen in brand te steken. Is dat zo erg? De Israëlische regering besloot immers de sloop van de leer- en gebedshuizen over te laten aan de Arabieren? Inderdaad. Er is echter geen sprake van georganiseerde actie. De Palestijnse jongeren ontpoppen zich als vandalen. Veiligheidsagenten blijken niet in staat de jonge verwoesters in de hand te houden. Ze staan machteloos.
Er is meer aan de hand dan politiek. De wereld kent drie monotheïstische godsdiensten. De islam presenteert zich als de voltooiing van de beide andere tradities. Dat zorgt voor een onbegrensd meerderwaardigheidsgevoel. De Nederlandse vertaling van de koran vergelijkt in soera 62:5 joden met een „ezel die boeken draagt.” De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het christendom in dit opzicht ook een traditie heeft die niet fraai is.
Abbas sprak oorlogszuchtige taal, toen hij de ontruiming van de Gazastrook typeerde als overwinning en als het resultaat van de opofferingen van martelaren en gevangenen. Niet alle Palestijnen handelen echter vanuit die intentie. Het zou niet goed zijn om hen allen over één kam te scheren. Tal van Arabieren schuwen echter het voortgaand geweld niet.
De Israëlische regering draagt ondertussen de verantwoordelijkheid haar burgers zo veel mogelijk van onverwacht geweld te vrijwaren. De eis van Abbas voor een vrije passage van de Gazastrook naar de Westelijke Jordaanoever en terug kan zich daarom ontpoppen als een nieuwe twistappel.