„Voedsel en kleding zullen niet helpen voor de eeuwigheid”
„En zo iemand met u rechten wil, en uw rok nemen, laat hem ook de mantel.” De tekst uit Matthéüs 5:40 prijkt dezer dagen op de T-shirts van leden van de Florida Boulevard Baptist Church in Baton Rouge. En ze brengen het bijbelwoord ook in praktijk. De bijgebouwen van het gebedshuis zijn in een enorm pakhuis veranderd. Vrijwilligers verstrekken hier 24 uur per dag water, kleding en voedsel aan slachtoffers van de orkaan Katrina.
”Niet parkeren”, luiden de bordjes voor de grootste baptistengemeente van Baton Rouge, Louisiana. Niet erg gastvrij voor een kerk. Maar de reden van het verbod wordt al snel duidelijk. Op het terrein van het gebedshuis staan honderden pallets met voedsel. Rode-Kruisvrachtwagens rijden af en aan. Uit de wijde omtrek brengen gulle gevers wat zij missen kunnen.
De Florida Boulevard Baptist Church in Baton Rouge werd van de ene op de andere dag een centrum voor kerkelijke hulpverlening in het rampgebied in het zuiden van de Verenigde Staten. „Toen het team uit Oklahoma belde of wij onderdak konden verlenen, wist ik dat ons veel werk te wachten stond”, vertelt voorganger Stephen Trammell. „Inmiddels coördineren wij voor 26 gemeenten de inzameling en distributie van hulpgoederen.”
Is dat eigenlijk niet een taak van de overheid? „Ik weet dat er veel kritiek is op de hulpverlening vanuit de regering”, zegt Aron Hodges. Tijdens erediensten dirigeert hij het kerkkoor. Nu steekt hij de handen uit de mouwen om de nood van de slachtoffers te lenigen. „Maar het is nu niet de tijd om elkaar de schuld toe te schuiven. Er is zo verschrikkelijk veel nood. Iedereen moet doen wat hij kan. En één ding is zeker: de storm was niemands fout.”
Achter de kerk hebben de Oklahoma Baptist Men hun tenten opgeslagen. Letterlijk. Zij bereiden hier zo’n 16.000 maaltijden per dag voor degenen die door het verwoestende natuurgeweld van twee weken geleden werden getroffen. Ze hebben ruime ervaring, getuige de plaatsen en data die op hun keukenwagen zijn geschilderd. Van de aardbeving in Alaska in 1974 tot de aanslagen van 11 september in New York. En nu de orkaan Katrina, waardoor de bevolking van Baton Rouge binnen enkele dagen van 500.000 tot 750.000 mensen toenam.
De klaslokalen van de zondagsschool dienen tijdelijk als sorteerplaats voor kleding, speelgoed en boeken. In de gymzaal achter de kerk staan hulpbehoevenden in ordelijke rijen te wachten tot ze aan de beurt zijn. Gemeenteleden scheppen dampende maaltijden op borden. Maar het blijft niet bij het uitdelen van stoffelijke zaken. Ze bieden vooral ook een luisterend oor voor de dramatische verhalen van de overlevenden. Een schouderklopje, een korte omhelzing. Wie wil, krijgt een Bijbel mee.
„De kerk wordt hier letterlijk het lichaam van Christus”, vertelt Aron Hodges. „Het moet niet bij woorden blijven. We moeten niet alleen het Evangelie brengen, maar ook met daden ons geloof uitdragen. Zo kunnen we iets laten zien van de hoop die in ons is. Want daar gaat het toch om. We kunnen voedsel en kleding uitdelen, maar dat zal deze mensen uiteindelijk niet helpen voor de eeuwigheid.”
Veel slachtoffers worstelen met de vraag waarom hun dit is overkomen, zegt Hodges. „Dat is begrijpelijk. Maar we moeten ons in de eerste plaats afvragen wat God hiermee te zeggen heeft. Hij heeft overal een bedoeling mee. Kan ik dat begrijpen? Nee, dat kan niemand. Maar we mogen wel weten dat Hij boven alles staat. En los daarvan moeten wij ons realiseren hoe het met ons was afgelopen als wij door de orkaan waren gedood.”
De kerk heeft een eigen veiligheidsdienst in het leven geroepen om de hulpverlening in goede banen te leiden. Over het algemeen zijn er weinig problemen, aldus Hodges. Maar afgelopen week ging het even fout. „Er was een verslaafde vrouw die wat stennis maakte. Iemand had de politie gebeld, maar binnen de kortste keren stond hier een zwaarbewapend crisisteam voor de deur.”
Tijdens de zondagdienst roept ds. Trammell zijn gemeenteleden ertoe op zich te blijven inzetten voor de slachtoffers van Katrina en zich na kerktijd te melden als vrijwilliger. „De hulpteams uit Oklahoma gaan over twee weken weg. Maar over twee weken is het niet over. Dit kan wel twee jaar duren.”
Zondag was het vier jaar geleden dat de aanslagen op het World Trade Center werden gepleegd. Trammell roept die dramatische gebeurtenissen in herinnering. „Laten we die nooit vergeten. Maar wij hebben nu ook onze eigen 11 september ervaren. Na de terreuraanvallen op New York waren de kerken eventjes verenigd, vielen de muren weg. Twee, drie weken later daagden ze elkaar voor de rechter na een geschil over hulpverlening. Hoe lang zullen wij verenigd blijven?”
De predikant wijst op een bijbelgedeelte uit 2 Kronieken 7:14 dat voor in de kerk hangt. „Zo Mijn volk bidt, zo zal Ik het land genezen.” „Hoe vaak hebben wij het de afgelopen dagen van de overheid en de hulpdiensten verwacht? Wij moeten onze knieën buigen en ons verootmoedigen. Het antwoord op al onze vragen gaat verder dan wat wij kunnen zien. Wij leven door het geloof en niet door aanschouwen.”