Weten en doen
Stel dat Christus gezegd zou hebben: Indien gij deze dingen weet, zalig zijt gij…. Indien Hij daar was blijven staan en niet verder was gegaan, we zouden denken dat kennis genoeg was om zalig te worden. Maar Christus blijft hier niet staan, Hij gaat verder. Zalig zijt gij zo gij dezelve doet. Christus hangt de zaligheid niet aan het weten, maar aan het doen. De leer hier is duidelijk dat het niet de kennis en de wetenschap zijn, maar de praktijk en de oefening die iemand zalig maken.Het zijn niet de bespiegelingen van de goddelijke waarheden die iemand in de hemel brengen. Al kon iemand redeneren, al was iemand professor in de wijsheid met een grote zee van geleerdheid, het zou hem geen recht geven op de zaligheid. Het is wel zo dat al deze kennis en wetenschap van de godsdienst, naast de parel van genade, de schoonste glans en luister heeft. Kennis is de rijkdom van het verstand, schoon van aanzien. Het is echter gelijk aan Rachel: hoewel schoon, onvruchtbaar, want ze zei: Geef mij kinderen, of ik sterf.
Zo zal de kennis, indien zij geen kinderen van gehoorzaamheid voortbrengt, sterven en tenietgaan. De kennis moet voor de gehoorzaamheid de deur openen. Geheel en al zonder kennis te zijn, verdoemt de mens. „Mijn volk is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is.”
Thomas Watson, predikant te Londen (Al de werken, 1670)