Binnenland

Nederlanders niet bang voor oprukkend Engels

Sprekers van het Nederlands zien de toekomst van hun taal zonnig tegemoet. Ongeveer acht op de tien Nederlanders en Vlamingen verwachten dat het Nederlands stand zal houden tegen het Engels. Doemscenario’s over de oprukkende Engelse taal zijn niet erg realistisch.

ANP
8 September 2005 21:49Gewijzigd op 14 November 2020 02:56

Dat concludeert de Nederlandse Taalunie op grond van het donderdag gepresenteerde onderzoek Taalpeil dat het bureau Trendbox uitvoerde onder 550 Nederlanders, driehonderd Vlamingen en 250 Surinamers. De unie hield het onderzoek omdat het samenwerkingsverband op gebied van de Nederlandse taal de 25e verjaardag viert.

Bijna alle ondervraagden zeiden trots te zijn op hun taal. Ze vinden het Nederlands mooi, al zijn Nederlanders meer te spreken over het Vlaams dan over hun eigen variant van het Nederlands. Bijna driekwart van de Surinamers vindt het eigen Nederlands mooi. Over het ’Nederlands–Nederlands’ zijn ze niet te spreken. Slechts een op de vijf kan het waarderen.

CDA en ChristenUnie kondigden al voor de zomer een initiatiefwetsvoorstel aan om het Nederlands steviger te verankeren in de grondwet. De partijen maken zich zorgen over het oprukkende Engels, vooral in het onderwijs. In het basisonderwijs zijn er nu 54 scholen met tweetalig onderwijs, in het voortgezet onderwijs zijn dat er 65, meldt de Nederlandse Taalunie.

Maar Nederlanders maken zich daar geen zorgen over. De beheersing van hun taal is niet in het geding vinden ze. Mensen tussen de 25 en 49, de leeftijdsgroep met schoolgaande kinderen, juicht tweetalig onderwijs zelfs toe: ze vinden dat het leren van een vreemde taal niet jong genoeg kan beginnen.

CDA–Kamerlid De Vries maakt zich ook zorgen over taalverloedering in sms–berichten. Bijna de helft van de ondervraagde Nederlanders in Taalpeil denkt dat sms’en slecht is voor de taalvaardigheid. Het blijken echter vooral de 35–plussers te zijn die deze vorm van communicatie als een bedreiging zien.

De taalunie liet ook vragen naar het leesgedrag van Nederlandstaligen. Nederlanders zeggen het meest te lezen, zestien boeken jaarlijks, op de voet gevolgd door Surinamers. Vlamingen houden het op tien boeken.

Gevraagd om spontaan een Nederlandstalige schrijver te noemen, komen de meeste Nederlanders en Surinamers met Jan Wolkers op de proppen, onder Vlamingen is Annie M.G. Schmidt het bekendst. Van hen weet een op de vijf geen enkele Vlaamse schrijver te noemen, in Nederland kent bijna een op de tien geen eigen auteur. De Surinaamse letteren zijn hier een onontgonnen gebied. Slechts een enkele Vlaming of Nederlander weet een Surinaamse schrijver op te hoesten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer