Zonden zijn van verschillende aard. We kunnen ze onderscheiden in erfzonden en dadelijke zonden. Erfzonden zijn zonden waarin wij ontvangen en geboren zijn. Dadelijke zonden worden begaan in gedachten, woorden en werken. Het is het doen van het kwaad en het nalaten van het goede, „want wie weet goed te doen en het niet doet, die zondigt.”Boven de dadelijke zonden zijn er ook nog de heersende zonden. Dat zijn zonden waar de zondaar niet tegen strijdt, maar die hij de volle teugels geeft. Zij zijn of tegen de consciëntie, men doet ze willens en wetens, of men doet ze in onwetendheid. Al deze soorten zonde worden door de Heere God in Christus vergeven wanneer er een oprecht berouw en leedwezen over gedragen wordt.

Er is een zonde die niet vergeven wordt en dat is de zonde tegen de Heilige Geest. Iemand valt af van de aangenomen en bekende leer. Hij verloochent Christus, valt de waarheid in Christus af, bevecht, vervolgt en belastert haar. Hij doet dat niet uit onwetendheid of menselijke zwakheid, maar uit haat en boosheid tegen God en Christus. Hij doet dat hardnekkig, tot het einde toe. Wanneer dit alles bewust plaatsvindt tegen de verlichting van de Heilige Geest in, is er sprake van zonde tegen de Heilige Geest. Door onwetendheid wordt deze zonde nooit begaan. Ook niet uit zwakheid, maar moedwillig en uit boze vijandschap.

Roelof Pietersz., predikant te Amsterdam (”Spiegel der Barmhartigheid Gods”, 1624)