RuG wil binnenste van aarde in kaart brengen
De Rijksuniversiteit Groningen (RuG) wil het binnenste der aarde in kaart brengen. Tien grote antennes moeten wereldwijd radioactieve deeltjes gaan meten. Hierdoor is het mogelijk warmtebronnen in de aardkern te lokaliseren.
Dat heeft initiatiefnemer R. de Meijer van het Kernfysisch Versneller Instituut van de RuG woensdag bekendgemaakt. Volgens de onderzoeker is er nog verrassend weinig bekend over de warmtebronnen in de aardkern. Uiteindelijk hopen de wetenschappers natuurverschijnselen als aardbevingen, golfstromen en tsunami’s beter te kunnen voorspellen.
Om dit doel te bereiken moet over de hele wereld een netwerk van tien ondergrondse antennes voorzien van detectoren worden geplaatst. De meetinstrumenten moeten antineutrino’s meten die uit het binnenste der aarde afkomstig zijn. Oorspronkelijk gingen de onderzoekers er vanuit dat de detectoren één tot twee kilometer diep in de aarde geplaatst moesten worden maar recente inzichten duiden erop dat mogelijk ook met het bouwen van laboratoria op enkele honderden meters diepte volstaan kan worden.
Het onderzoek wordt een proces van de lange adem. Allereerst zullen de juiste detectoren ontwikkeld moeten worden. De Groningse onderzoekers zullen daar alleen al drie tot vier jaar voor nodig hebben, verwacht De Meijer. Te meer omdat antineutrino’s pas onlangs voor het eerst zijn gemeten.
„Pas daarna kunnen we de eerste antenne gaan ontwikkelen", schetst De Meijer. „We willen de detectoren gaan testen in de buurt van een kernreactor, want die zenden de deeltjes uit". Voor het plaatsen van de eerste ondergrondse antenne heeft De Meijer een plek op Curac_ao op het oog.
Het ontwikkelen en realiseren van de antenne kost maximaal 100 miljoen euro. Om ook de overige antennes te kunnen financieren, willen de wetenschappers de technologie gaan verkopen. „Het project zal veel industriële spin–off opleveren", verwacht De Meijer. In totaal kost het hele project 1 miljard euro.
Volgens de initiatiefnemer komen de eerste echte onderzoeksresultaten over het binnenste der aarde pas over twintig jaar beschikbaar. Meijer: „Het wordt nog spannend wie er het eerst onder de grond zal komen te liggen, het meetsysteem of ik".