Oranjes lichten tipje financiële sluier op
De Oranjes zijn al het gespeculeer over hun „megavermogen” duidelijk beu. De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) geeft met ingang van heden op de website over het Koninklijk Huis deels opening van zaken. Zo wordt privé-bezit aan onroerend goed voor het eerst officieel vermeld.
Hoe rijk de -overigens gewoon belastingplichtige- Oranjes zijn, wordt nog steeds niet helemaal duidelijk, maar wel blijkt dat verhalen over tientallen miljarden euro’s overdreven moeten zijn.
Zo laat de RVD nadrukkelijk weten dat „geen der leden van de koninklijke familie meer dan 5 procent van de aandelen in beursgenoteerde ondernemingen bezit.” Ze dienen zich namelijk allen te houden aan de Wet melding medezeggenschap uit 1992, die voor iedereen bepaalt dat een aandelenbezit van meer dan 5 procent openbaar moet worden gemaakt.
De RVD laat onvermeld wat de familie wel heeft aan particulier belegd vermogen. „In ons land geldt immers het principe dat ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer geen informatie over particuliere vermogens hoeft te worden verschaft. Dit beginsel geldt voor alle Nederlanders”, aldus de RVD.
Over het eigen onroerend goed biedt de website wel gegevens. Zo bezit prinses Juliana landgoed De Horsten plus opstallen in Wassenaar -prins Willem-Alexander en Máxima gaan dit landgoed eind dit jaar betrekken-, een particulier domein bij Paleis Soestdijk met inbegrip van woningen, twee boerderijen en verpacht land, zes aan medewerkers verhuurde woningen, een verpachte boerderij in Apeldoorn en een verpachte boerderij in Hoog-Soeren. Verder bezit zij gronden in onder meer Wenum, heidegrond en wildakkers.
Koningin Beatrix heeft in eigendom alleen Kasteel Drakensteyn in Lage Vuursche bij Baarn, een woonhuis voor medewerkers in Den Haag en een woonhuis voor medewerkers in Leidschendam. Het vakantiehuis in het Italiaanse Tavernelle is in gezamenlijk bezit van Willem-Alexander, Friso en Constantijn. Prins Willem-Alexander heeft verder alleen zijn huidige woonhuis aan het Noordeinde in Den Haag.
Prins Bernhard heeft drie woonhuizen in Soest voor de huisvesting van medewerkers en hij is de eigenaar van het vakantiehuis Porto Ercole in Italië. Prinses Margriet is eigenares van een huis in de wijk Het Loo in Apeldoorn en een vakantiehuis in het Oostenrijkse Wiesing. Paleis Huis ten Bosch, Paleis Noordeinde, Het Loo, het Paleis op de Dam en Paleis Soestdijk zijn in staatseigendom.
De Rijksvoorlichtingsdienst heeft de informatie deze week geruisloos op het internet gezet. Het hoofdstuk over het vermogen is gerangschikt onder de kop ”Veelgestelde vragen”. Volgens een woordvoerder waren er inderdaad veel vragen op dit gebied, nog versterkt door publicaties met onjuistheden: „Wilde verhalen over 20 miljard of zo.” De dienst geeft toe dat de informatie niet tot in detail is, maar stelt dat iedereen zijn eigen conclusie wel kan trekken.
Speculaties over het vermogen van de Oranjes staken na de Tweede Wereldoorlog -toen ze precies 16 miljoen gulden bezaten- vaak de kop op. In de jaren zestig liet de regering zelfs onderzoek doen, waaruit onder meer bleek dat het inkomen van koningin Juliana onvoldoende was om haar beroepskosten als staatshoofd te dekken.
Ze moest het verschil betalen uit eigen particulier vermogen, maar de tekorten waren groter dan de inkomsten die ze op dat moment uit dat vermogen binnenkreeg. Ze teerde dus zelf in. Premier Cals rekende toen al af met de verhalen: „Er zijn alleen al verschillende Nederlanders die een groter vermogen hebben dan de Koningin!” Ook Juliana noemde de verhalen in een tv-interview ooit onzin.