Buitenland

President Uribe wacht dubbele taak

Alvaro Uribe Vélez, de volgende president van Colombia, heeft miljoenen Colombianen voor zich weten te winnen met de belofte de linkse guerrillabeweging keihard aan te pakken. Geen wonder dat hij afgelopen zondag meteen in de eerste ronde al werd gekozen tot president. Colombianen hebben namelijk schoon genoeg van hun burgeroorlog van bijna vier decennia oud. Het is de hoogste tijd dat gezwel uit de samenleving te verwijderen. Maar als Uribe zich alleen daarop richt, is zijn inzet bij voorbaat verloren.

Marie van Beijnum
31 May 2002 23:09Gewijzigd op 13 November 2020 23:36

Alvaro Uribe Vélez is een nieuwkomer. Hij is partijloos. Zijn vader werd door rebellen tijdens een poging om hem te ontvoeren gedood. Uribe houdt vol dat niet wraak, maar patriottisme zijn drijfveer is. Afgelopen zondag werd hij met een klap, 53 van de stemmen, president. Hierdoor werd een tweede ronde overbodig.

De in Oxford en Harvard opgeleide jurist Uribe voldoet niet erg aan het geijkte beeld van een Latijns-Amerikaanse diehard. Hij praat met evenveel vuur over zijn plannen om het leger te versterken als over onderwijs en pensioenhervorming. Als gouverneur van de deelstaat Antioquía van 1995-1997 bouwde hij een reputatie op als havik. Hij leverde felle kritiek op de guerrillabeweging FARC. Daarbij bevorderde hij de oprichting van burgerwachten, door sommige mensenrechtengroepen knokploegen genoemd. Toch bleek Uribe een bekwaam bestuurder. Hij damde de bureaucratie rigoureus in en wist het moord- en misdaadcijfer op indrukwekkende wijze omlaag te brengen. Hij verhardde meer wegen dan ooit in de historie van de provincie waren verhard, breidde de capaciteit van scholen enorm uit en verbeterde de veiligheid in de provincie, onder meer dus met de omstreden burgermilities.

Critici van Uribe stellen dat er een verband moet zijn tussen Uribes ’milities’ en de groeiende activiteiten van de wreed en vrij willekeurig optredende Zelfverdedigingskrachten van Colombia (AUC). Deze groep van zo’n 10.000 man wil in wreedheid en bloedigheid de FARC overtreffen. Maar er is geen bewijs dat Uribe iets met de AUC te maken heeft. Hij zei zelf de Colombianen tegen alle illegale geweldenaars te willen beschermen, inclusief de AUC. Ook pogingen om Uribe persoonlijk in verband te brengen met drugsbaronnen, doorgaans niet zo’n moeilijke opgave bij politici in Colombia, zijn tot dusver vruchteloos.

De nieuwe president, de zoon van een door de rebellen vermoorde grootgrondbezitter, wordt sinds donderdag gesteund door de AUC, de paramilitaire doodseskaders die berucht zijn om hun wreedheden. De AUC lieten weten dat ze het voorstel van Uribe toejuichen om vredesbesprekingen te houden met de linkse rebellen. Maar dan moeten die wel akkoord gaan met een staakt-het-vuren en ophouden met het plegen van aanslagen.

Alvaro Uribe huldigt behoudende, maar frisse en duidelijke opvattingen. Hij heeft beloofd de linkse guerrilla hard aan te pakken. De nieuwe Colombiaanse president zegt daarbij dat hij „de autoriteit van de staat zal gebruiken” om de gewapende groepen te verdelgen. De verdedigers van de mensenrechten en de vredesactivisten in Colombia vrezen dat Uribe daarmee een repressie bedoelt tegen alles wat naar links neigt in Colombia.

Het is ook hoog tijd dat de guerrillero’s worden aangepakt. De vorige regering liet zich in de luren leggen door de FARC en ging zelfs zo ver de guerrillabeweging een gebied in eigen beheer toe te vertrouwen. Nadat is gebleken dat de FARC niet van zins was de vrede te bewerkstelligen en zich bezighield met ontvoeringen en drugshandel, moest de regio ’Farcolandia’ weer worden heroverd. Een ander punt is dat de Colombiaanse burgeroorlog tot dusver voornamelijk op het platteland is uitgevochten. Maar sinds enkele maanden zijn linkse rebellen, rechtse paramilitairen en reguliere criminelen met elkaar in gevecht geraakt om de sloppenwijken aan de rand van Medellín, met 3 miljoen inwoners de tweede stad van het land.

Behalve de strijd met de guerrilla aanbinden, wil Uribe opnieuw onderhandelen met organisaties zoals het IMF over de schulden van Colombia. De burgeroorlog heeft de Colombiaanse economie in puin gelegd. Ook hoopt de nieuwe president van Colombia met bemiddeling van de Verenigde Naties een einde te maken aan de strijd in zijn land. Hij heeft de volkerenorganisatie al gevraagd tussenbeide te komen, in een poging het vredesproces te leiden. Daarbij heeft de aanstaande president van Colombia een beroep gedaan op de VS om hem te helpen bij het verwezenlijken van zijn verkiezingsbeloften.

Maar er komt ook aandacht voor de sociale ’revolutie’ die Uribe aankondigde en die hij in Antioquía deels al realiseerde. Hij wil meer en beter onderwijs aanbieden en de werkloosheid halveren. De armoede en het gebrek aan perspectieven liggen immers aan de basis van een groot deel van het geweld dat het land teistert. Volgens de Wereldbank is het percentage van de bevolking dat in armoede leeft, gestegen van 49 procent in 1999 tot 64 procent nu. Dat betekent dat 27 miljoen inwoners moeten rondkomen met niet meer dan een dollar per dag. 3,3 miljoen Colombianen zitten zonder werk en 2,4 miljoen kinderen en jongeren gaan niet naar school.

Tijdens zijn vierjarige ambtstermijn wil Uribe scholen bouwen die plaats bieden aan 1,5 miljoen kinderen en jongeren. Aan de universiteiten wil hij voor 400.000 nieuwe studieplaatsen zorgen. Er komt ook meer geld voor goedkope studieleningen. De kwaliteit van het onderwijs zal worden opgekrikt via een systeem van permanente evaluatie door docenten en leerkrachten. Ambitieus is zijn aanpak van de werkloosheid: die wil Uribe terugdringen van 20 naar 10 procent. Daarvoor moet een economisch beleid zorgen dat de export aanzwengelt en de bouwnijverheid en kleine en middelgrote bedrijven steunt en daardoor tot macro-economische stabiliteit leidt.

Die sociale politiek zal echter geen vruchten dragen als Uribe zich laat afleiden door de strijd tegen het geweld en niet tegelijk werk maakt van een gezond economisch beleid en structurele hervormingen. Zowel voor het opvoeren van de strijd tegen de rebellen als voor een betere sociale politiek, zal Uribe meer geld nodig hebben dan zijn voorganger, Andrés Pastrana.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer