NS-top optimistisch over hogesnelheidslijn
Het wordt volgens topman Veerman van de Nederlandse Spoorwegen nog een hele klus om de hogesnelheidslijn in april 2007 in gebruik te kunnen nemen.
Een halfjaar vertraging valt niet uit te sluiten, maar toch hoopt hij dat de eerste treinen zoals gepland over anderhalf jaar gaan rijden. „Ik ga ervan uit dat het kan”, zei Veenman donderdag.
Onlangs is er rumoer ontstaan over de mogelijke vertraging van de opening van de snelle treinverbinding tussen Amsterdam en Parijs. De NS beschuldigt minister Peijs van Verkeer ervan te laat met de juiste specificaties van het nieuwe beveiligingssysteem van de HSL-Zuid te zijn gekomen. Daardoor zouden de bestelde treinen niet op tijd klaar zijn. Peijs ontkent dit en heeft de NS een maand gegeven om opheldering te geven over de problemen.
Veenman noemde donderdag het nieuwe, Europese systeem dat voor een veilige treinenloop moet zorgen een van de grootste bedreigingen voor een tijdige opening van de HSL-Zuid. De omvang van het project maakt de ontwikkeling van dit zogenoemde ERTMS moeizaam. Een slordige 25 landen zijn erbij betrokken. „Het is niet eenvoudig ze bij elkaar te krijgen. Nog dagelijks is er discussie over wat ERTMS moet zijn”, zei Veenman.
De ruwe contouren van het systeem zijn inmiddels bekend, maar „nu moet het nog gemaakt worden.” Het is volgens Veenman van essentieel belang dat het in heel Europa op dezelfde manier werkt. Anders rijdt de hogesnelheidstrein straks tot aan de Belgische grens en ontstaan daar problemen, aldus de bestuursvoorzitter.
Samenwerking tussen de landen is van groot belang. Veenman: „Je kunt in Nederland wel verschrikkelijk veel dingen willen, maar als het internationaal niet goed is afgestemd, is dat niet zo zinvol.”
De Fransen begrijpen volgens de NS-topman goed dat het systeem voor 2007 af moet zijn, maar daar doemen andere problemen op. De Franse spoorwegmaatschappij SNCF heeft slechts een of twee werkplaatsen om 78 treinen zo om te bouwen dat ze over het gloednieuwe traject kunnen rijden. Over de Belgen was Veenman kritischer. „Het lijkt soms wel of men zich onvoldoende realiseert dat het een belangrijk knooppunt in Europa is.”