Economie

Smullen van stroopsoldaatjes en jodevet

„Mevrouw, weet u waar de winkel zit waar ze jodevet hebben?” Een oudere dame op een fiets klampt een paar willekeurige voorbijgangers aan. Het ouderwetse snoepje dat Leo Smetsers van snoepwinkel De Heerlijckheid sinds twee weken in zijn assortiment heeft, was vijftien jaar lang niet te koop in Nederland. Liefhebbers komen zelfs vanuit Groningen naar Brabant voor hun blokjes jodevet. Ook wel borsthoning of massee genoemd.

Gisette van Dalen-Heemskerk
2 September 2005 08:56Gewijzigd op 14 November 2020 02:54
OIRSCHOT – Leo Smetsers van snoepwinkel De Heerlijckheid doet goede zaken. Binnen anderhalve week moest de derde vrachtwagen vol borsthoning uit Roemenië komen. Foto Duo Tekstburo
OIRSCHOT – Leo Smetsers van snoepwinkel De Heerlijckheid doet goede zaken. Binnen anderhalve week moest de derde vrachtwagen vol borsthoning uit Roemenië komen. Foto Duo Tekstburo

Het interieur van snoepwinkel De Heerlijckheid doet authentiek aan. De grijsgroene kasten zijn gevuld met grote glazen potten waarin allerlei lekkernijen zitten. Boterbonen, salmiakbrokken, kaneelknabbels, ulevellen. Op de toonbank staan stroopsoldaatjes, zoethout en duimdrop te wachten op zoetekauwen die op strooptocht zijn naar ouderwetse snoepjes. „We verkopen meer dan 250 soorten snoep.”

Sinds anderhalf jaar zijn Smetsers en zijn echtgenote Marije eigenaars van De Heerlijckheid. Het leek hun leuk om samen een zaak te runnen. Marije onderhoudt het contact met de klanten en verzorgt de winkel. Leo is op de achtergrond aanwezig. „Ik ben de creatieve jongen.”

De zaak draait goed. Volgens Leo is het voor veel eigenaren van snoepzaken moeilijk om het hoofd boven water te houden. „Er zijn de laatste jaren veel van die ouderwetse winkeltjes verdwenen. Verkoop je alleen maar snoep, dan kun je geen personeel in dienst nemen. Je moet in zo’n geval heel veel uren draaien om je boterham normaal te kunnen beleggen.”

Het Oirschotse succes schuilt volgens het echtpaar vooral in het meedenken met de klanten. Marije: „Als ze om snoepgoed vragen dat niet in ons assortiment zit, gaan we altijd op onderzoek uit. Boek je een succesje, dan weet je zeker dat je een tevreden klant hebt. En dat vertaalt zich altijd terug.”

Verder mikt het bedrijf ook steeds meer op zakelijke contacten. Leo: „We verzinnen steeds iets anders. Ik verwacht veel van mijn nieuwste vinding.” In het kantoortje staat een grote stapel met grijze metalen blikjes. „Ik heb meer dan zestig slogans gemaakt. In het deksel van dit blikje schuif ik bijvoorbeeld een foto van een appel met daarop de tekst: ”Een appeltje voor de dorst”. Ik druk het bedrijfslogo op de foto af en stop appelsnoepjes in het blikje. Het resultaat is een leuke mailing voor bedrijven. Normale folders schuift de secretaresse in de prullenbak. Zeker weten dat deze boodschap verder komt.”

Snoep koopt de joviale Brabander in bij groothandels. Om hoeveel kilo snoepgoed het op jaarbasis gaat, kan hij niet zeggen. „Vele duizenden in ieder geval. Alleen aan drop verkopen wij wekelijks al honderden kilo’s.”

Het populairst zijn de dropmixen. Ook het mengsel van Oudhollandse snoepjes loopt hard, volgens Smetsers. „Nostalgie doet het natuurlijk sowieso erg goed de laatste jaren.”

In de winkel staan ook bonbons en een klein assortiment koek uitgestald. „Vorig jaar zijn we begonnen met de verkoop van witte speculaas. We konden aan een recept uit 1932 komen. Dat loopt leuk. Klanten vinden het grappig. Verder maken wij kraamcadeautjes als luiertaarten en kunnen wij foto’s op chocolade afdrukken.”

Smetsers en zijn vrouw hebben hectische dagen achter de rug. Leo: „We kregen regelmatig de vraag of we ook jodevet verkochten. Daarom zijn we er zo’n vijf maanden geleden naar op zoek gegaan. Op een bepaald moment kwam een Oirschottenaar met een tablet naar ons toe. Dit lijkt wel jodevet, zei hij. Dat bleek inderdaad zo te zijn. Zelf spreken we overigens het liefst over borsthoning. Jodevet is zo’n rare naam. We weten niet waar het vandaan komt. Maar in deze streken is het onder die naam bekend.”

Uiteindelijk bleek de tablet uit Roemenië te komen. „We hebben een jurist in de arm genomen om de zaak op papier veilig te stellen zodat we het alleenrecht hebben om het snoepgoed naar de Benelux te importeren. Nu maken ze in een fabriekje in Roemenië speciaal voor ons borsthoning.”

Het ouderwetse snoepgoed werd al vijftien jaar niet meer in Nederland gemaakt. Eters ervan moeten wel beschikken over een stevig gebit. Borsthoning is kei- en keihard. De smaak heeft nog het meest weg van druivensuiker. De belangstelling ervoor is enorm. „Binnen anderhalve week moest de derde vrachtwagen hier naartoe komen. De eerste dagen hadden we 250 tot 300 klanten per dag. Ze kwamen zelfs uit Groningen, Assen en Den Haag. Sommigen van hen waren al jarenlang op zoek naar borsthoning.”

Smetsers heeft inmiddels weer nieuwe plannen om een verdwenen snoepje terug te brengen in de winkels. Welke? Hij lachte geheimzinnig. „Dat horen de mensen pas als het in onze zaak te koop is. Anders breng ik anderen op ideeën.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer