Schriftelijke vragen over schriftelijke vragen
Leefbaar Rotterdam heeft woensdag schriftelijke vragen gesteld over het aantal schriftelijke vragen dat gemeenteraadsleden tijdens het zomerreces hebben gesteld. Volgens raadslid F. van der Hilst heeft een aantal raadsleden zich „bijzonder vlijtig" getoond, maar is het onduidelijk of dat niet te veel van het goede is geweest.
Het raadslid wil weten hoeveel vragen er gesteld zijn en wat dat precies kost. Hij deelt de vragen van de afgelopen tijd in in vier categoriën: overbodige vragen, vragen die gesteld worden door een partij om zich politiek te profileren, niet–relevante vragen en vragen die schrijnende kwesties aan de orde stellen. Niet alle vragen zouden de kosten waard zijn.
Het raadslid schrijft dat hij zijn vragen relevant vindt, ondanks het gevaar „spreekwoordelijke zwarte potten en ketels naar mijn hoofd geslingerd te krijgen". Van der Hilst vraagt daarnaast de burgemeester om duidelijk te maken hoe in de toekomst een dergelijke verspilling van ambtelijke capaciteit te voorkomen.
In de Tweede Kamer stelden LPF’ers Eerdmans en Van As februari vorig jaar ongeveer dezelfde vragen. Minister Remkes wilde toen geen onderzoek instellen, omdat het te veel zou gaan kosten om uit te zoeken wat de kosten zijn van beantwoording van een schriftelijke Tweede–Kamervraag.