Monnikenwerk aan cartons Goudse Glazen
Een megaklus is het: de restauratie van 1247 vierkante meter oud papier. Een kwart is inmiddels gedaan, de komende zes jaar moeten de overige cartons van de gebrandschilderde ramen van de Sint-Janskerk in Gouda een behandeling krijgen. De eeuwenoude stroken papier zijn het waard. „Dit behoort tot de absolute top van het Nederlandse nationale cultuurerfgoed.”
Het lijkt alsof ze aan een grote behangtafel zitten te werken. Drie dames, restaurateurs van beroep, zitten ieder aan een kant van een uitgerolde strook papier. De ruimte waarin ze zich bevinden is door een glazen wand afgeschermd. Normaal gesproken mogen bezoekers van MuseumgoudA (voorheen Catharina Gasthuis) van achter het glas de werkzaamheden van de restaurateurs gadeslaan. Woensdag is een stuk van het Goudse museum echter gesloten, waardoor dit deel van het gebouw voor het publiek niet toegankelijk is.
„Het is de bedoeling dat bezoekers over een poosje boven de ruimte kunnen komen, zodat ze van bovenaf op het werk kunnen kijken”, vertelt conservator oude kunst Ewoud Mijnlieff. „Dan zie je nog veel beter wat er gebeurt.”
Achterkant
De drie restaurateurs zijn intussen met kleine mesjes nauwkeurig aan het schrapen. Dat de stroken waarmee ze bezig zijn -carton 24, corresponderend met raam 24 in de Sint-Janskerk- het verhaal vertellen van Filippus die in Samaría het Evangelie verkondigt en zieken geneest (Hand. 8), weten ze maar nauwelijks. Voor hen is de achterkant van de tekeningen het belangrijkst.
„Het gaat om de drager van de tekening”, zegt Mijnlieff. „In feite kun je beter spreken van conserveren dan van restaureren. De eeuwen door zijn cartons op alle mogelijke manieren onder handen genomen. Vaak bracht men aan de achterkant verstevigingslagen aan met allerlei soorten papier. Dat heeft de cartons vaak geen goed gedaan. Vandaar dat het nu de bedoeling is het vervalproces tegen te gaan. Daarbij worden zo veel mogelijk later aangebrachte lagen verwijderd. Waarbij het altijd de vraag is hoe ver je moet gaan. Ook wat in later eeuwen is aangebracht behoort bij de geschiedenis van het document.”
Met de voorkant, de eigenlijke tekening, gebeurt vreemd genoeg vrijwel niets tijdens het conserveringsproject. Bij de strook van carton 24 die al klaar is en die met de tekening naar boven op een tafel is gespannen, is duidelijk dat de tand des tijds de tekening niet ongemoeid heeft gelaten. Aan de randen ontbreken stukjes, hier en daar is het papier opgebobbeld en kleine gaatjes die met een zekere regelmaat om de paar centimeter terugkomen, verraden het werk van de papierworm.
„Doordat de tekeningen altijd naar binnen toe opgerold zijn geweest, is een groot aantal nog in goede staat. Hooguit proberen we hier en daar wat in te kleuren, maar verder doen we er eigenlijk niets aan”, zegt een van de restaurateurs. „Sowieso is men in de restauratie tegenwoordig steeds terughoudender.”
Gebroeders Crabeth
De meeste cartons stammen uit de zestiende eeuw. Tussen 1555 en 1604 werden zestig Goudse Glazen vervaardigd. Vooral de namen van de gebroeders Dirck en Wouter Crabeth uit Gouda zijn onlosmakelijk aan de ramen verbonden. Zij vertegenwoordigden een middeleeuwse traditie waarbij de kunstenaar alles zelf in de hand hield: van tekening tot en met raam. Sommige schilders echter, zoals bijvoorbeeld de beroemde Lambert van Noort uit Antwerpen, ontwierpen wel de tekening, maar lieten anderen het glas maken.
De kunstenaars vervaardigden de originele tekeningen op speciaal papier en op ware grootte in houtskool of zwart krijt: het carton. Om de tekening te kunnen hanteren, werkte men met kleinere stukken. Zo werd carton 24 onderverdeeld in veertien stroken. Vervolgens maakten de glazeniers de kleurige glas-in-loodramen.
„Opvallend is echter dat de cartons geen sporen van gebruik laten zien”, zegt Mijnlieff. „Het is niet duidelijk hoe de glazeniers precies werkten. Of ze maakten gebruik van een zogenaamd tussencarton - die zijn dan allemaal verloren gegaan. Of er was sprake van een tussenraam - ook die zijn echter allemaal verdwenen.”
In ieder geval moest de kunstenaar de oorspronkelijke cartons altijd inleveren bij de kerkbestuurders, die zorgvuldig waakten over deze kunstcollectie. „Daar is geen kwaad woord van te zeggen”, zegt Mijnlieff. „Integendeel, ik spreek altijd van een zeer professionele monumentenzorg avant la lettre.”
Eeuwenlang lagen de rollen opgeslagen in kasten in de kerkenraadskamer. De laatste jaren worden ze zorgvuldig bewaard in zinken kokers in de geconditioneerde kluis van de kerk.
Orgelzolder
Met de restauratie van de cartons is in 1984 een begin gemaakt. Ter gelegenheid van het feit dat Willem van Oranje 400 jaar geleden was overleden, wilde men in Gouda onder andere het carton van glas 1 (”De vrijheid van consciëntie”) tentoonstellen. Dat was niet eenvoudig. De eeuwenoude papieren bleken in de loop van tijd aangetast te zijn door vraat, vlekken, scheurvorming en niet het minst door verkeerde ingrepen in het verleden. Restaurateur Wim de Groot begon aan de klus, met als resultaat dat het publiek voor het eerst de stroken kon bewonderen.
De hervormde gemeente van Gouda was er nu echter van overtuigd dat álle 41 cartons die er nog zijn zo’n restauratiebeurt verdienden. Daarom ging Wim de Groot, een tijdlang geassisteerd door Kaja Oldewelt, aan de slag met de andere cartons. Op de orgelzolder van de Sint-Jan was hij jarenlang, soms onder erbarmelijke omstandigheden (kou, hitte, repetities van de organist), bezig met de papieren stroken.
Dit jaar besloten de opdrachtgevers dat het allemaal veel te langzaam ging. Zo’n driekwart van de cartons ligt nog te wachten op een beurt. Inmiddels is een restauratieatelier aangetrokken, dat afgelopen juni is begonnen met het monnikenwerk.
De werkomstandigheden zijn nu stukken beter dan de afgelopen twintig jaar. Met zes man (parttime) werkt men momenteel aan de restauratie. Over een paar maanden moet duidelijk zijn of het mogelijk is binnen zes jaar het project af te ronden. Daarvoor moet overigens nog het nodige geld op tafel komen. Van de begrote 1,2 miljoen euro is nu nog maar een kleine helft binnen.
Wie alle 514 stroken van de cartons achter elkaar legt, komt aan zo’n 1,8 kilometer papier van 40 à 60 centimeter breed. De restaurateurs hebben nog even te gaan. Of ze het nog steeds leuk vinden? „Natuurlijk, dit is ons vak!”