„Toenemend wapenbezit leidt tot geweldscultuur in Kenia”
In Kenia komen steeds meer vuurwapens in omloop, waardoor er een cultuur van geweld dreigt te ontstaan. Dat stelt Human Rights Watch in een vrijdag verschenen rapport. De mensenrechtenorganisatie spreekt de vrees uit dat de dit jaar te houden verkiezingen gekenmerkt zullen worden door geweld, net zoals dat het geval was bij de vorige twee verkiezingen.
Het afgelopen decennium is in de Keniaanse politiek al te vaak de taal van het geweld gesproken, stelt Human Rights Watch. „Doordat verfijnde wapens zo makkelijk verkrijgbaar zijn is de kans op bloedvergieten alleen maar groter geworden”, zo staat in het rapport. Volgens de organisatie was de partij van president Daniel arap Moi, KANU, in het verleden verantwoordelijk voor het meeste politieke geweld. De partij weigert consequent haar eventuele rol in het geweld te bespreken en geeft oppositiepartijen de schuld.
In het rapport wordt ingegaan op geweld dat zich tijdens de campagne voor de verkiezingen van 1997 voordeed tussen verschillende bevolkingsgroepen in het gebied langs de Indische Oceaan. Volgens Human Rights Watch lokte de KANU dit geweld uit, met de bedoeling aanhangers van de oppositie uit het gebied te verjagen, zodat de partij zetels zou terugwinnen die ze bij de vijf jaar eerder gehouden verkiezingen had verloren. Het geweld kostte aan naar schatting honderd mensen het leven en 100.000 mensen werden uit hun huizen verjaagd.
In het rapport worden westerse landen die hulp geven aan Kenia opgeroepen de regering aan te sporen tot maatregelen tegen de wapenhandel en opheldering te eisen over eerdere uitbarstingen van politiek geweld.
Behalve het politieke geweld is met name in de steden ook het criminele geweld toegenomen als gevolg van het stijgende wapenbezit.