„Islamitische school lijkt op refoschool”
Minister Van der Hoeven van Onderwijs is van mening dat islamitische en reformatorische scholen veel op elkaar lijken; ze zijn net zo gesloten. De minister vindt dat alle orthodoxe scholen -dus ook de joodse- de ramen naar de samenleving verder moeten openzetten.
„De cultuur op een orthodox-islamitische school verschilt per saldo niet veel van die op een orthodox-joodse of orthodox-gereformeerde school”, zo zei de minister maandag tijdens een predikantenbijeenkomst van de Stichting A. F. de Savornin Lohman. Deze stichting wil binnen het CDA blijvend aandacht geven aan het christelijk-historisch gedachtegoed.
Orthodoxe scholen kunnen de ramen naar de samenleving verder opendoen door het beleggen van ontmoetingen met andersdenkenden en een extra oriëntatie op de samenleving, zo betoogde de bewindsvrouw.
De minister nam het bij de predikanten op voor islamitische scholen. Volgens haar hebben moslims op basis van artikel 23 van de Grondwet, dat gaat over de vrijheid van onderwijs, net zo veel recht op het stichten van scholen van hun richting als alle anderen. Ze roemde de kwaliteit van sommige islamitische scholen. „De inspectie heeft deze scholen de afgelopen jaren intensief gevolgd. Een aantal van hen boekt goede resultaten.”
Van der Hoeven spoorde protestants-christelijke en rooms-katholieke scholen aan om meer werk te maken van hun identiteit. „Een school waarop alleen op de gevel en op het briefpapier nog ”rooms-katholiek” staat, maar niets meer met de rooms-katholieke waarden doet, moeten we eigenlijk niet willen. Die school heeft geen identiteit en dus geen meerwaarde boven het openbaar onderwijs. Ouders moeten ervan verzekerd kunnen zijn dan hún school hún waarden op hún kind overbrengt. En als je als andersgelovige ouder voor een rooms-katholieke school kiest, dan doe je dat bewust en doet je kind dus aan alles mee.”