Kerk & religie

Ds. G. Boer, leidsman met profetische trekken

Ds. G. Boer was een theoloog die het loslaten van de belijdenis vreesde, maar zich niet gemakkelijk afmaakte van de moeilijke vragen die zich aandienden, bijvoorbeeld over de schriftleer. Zo typeerde dr. G. van den Brink de voormalige voorzitter van de Gereformeerde Bond ds. G. Boer (1913-1973), over wie dr. ir. J. van der Graaf een uitvoerige biografie schreef.

Kerkredactie
30 August 2005 08:38Gewijzigd op 14 November 2020 02:53
EDE – In Ede had maandag de presentatie plaats van het boek ”Passie voor het Evangelie. Leven en werk van ds. G. Boer”. Uitgever D. Aangeenbrug (rechts) overhandigde de biografie aan onder anderen ds. G. Boer jr. (geheel links), mevrouw G. Lanting-Boer
EDE – In Ede had maandag de presentatie plaats van het boek ”Passie voor het Evangelie. Leven en werk van ds. G. Boer”. Uitgever D. Aangeenbrug (rechts) overhandigde de biografie aan onder anderen ds. G. Boer jr. (geheel links), mevrouw G. Lanting-Boer

Uitgeverij Groen wijdde maandag in Ede een studiedag aan het boek, dat verscheen onder de titel ”Passie voor het Evangelie. Leven en werk van ds. G. Boer”. Tal van theologen, predikanten en theologiestudenten waren aanwezig, samen met de nazaten van ds. G. Boer. Het boek werd overhandigd aan de twee nog levende kinderen van ds. Boer (ds. G. Boer jr. en mevrouw G. Lanting-Boer - het derde kind, dochter Coby, overleed tien jaar geleden door een auto-ongeluk), verder aan de drie oudste kinderen uit de drie gezinnen van de kinderen van ds. Boer, aan vertegenwoordigers van de zeven gemeenten die ds. Boer diende en aan ds. G. D. Kamphuis, de huidige voorzitter van de Gereformeerde Bond.

Het verschijnen van het boek vervulde mevrouw Lanting-Boer met „trots en ontroering”; het laatste omdat het laat zien hoezeer haar vader nog in de herinnering voortleeft, zei ze. Ds. G. Boer jr. memoreerde het gezag dat zijn vader had. „Hij wilde dat nooit veroveren, het werd hem geschonken en het werd in hem herkend. Dat gezag kreeg hij vanwege de bediening van het Woord. Het afzien van zichzelf en de zelfontlediging waren zijn grote kracht.”

Er werd ook wel op hem neergezien als theoloog, zo memoreerde hij. Ds. Boer sr. had in korte tijd in de oorlog zijn studie moeten doen. „Hij studeerde als een wilde”, zo herinnerde zijn zoon zich. „Hij had vaak een stapel boeken naast zijn stoel liggen die even hoog was als de eettafel. Hij vond dat hij die boeken moest lezen om bij te blijven. Hij keek ook over de grenzen van de Gereformeerde Bond, zocht het gesprek én durfde het aan. Het was niet niks om als kleine dominee in Lunteren het gesprek met H. Berkhof in Doorn aan te gaan.”

Een aantal lezingen onderstreepte maandag de theologische en de kerkelijke betekenis van ds. Boer. Prof. dr. A. van de Beek (VU), als kind behorend tot de Lunterse gemeente waar ds. Boer stond, refereerde over de discussie tussen ds. Boer en prof. dr. H. Berkhof over de vraag naar een genadig God. „Volgens Berkhof was deze vraag niet meer relevant voor de moderne tijd: daar gaat het over de vraag óf er wel een God bestaat.”

Volgens Van de Beek is de vraag naar een genadig God ook illegitiem en even abstract. „We kunnen alleen zinnig over God spreken vanuit Zijn openbaring. Als we God kennen in Christus, kennen we Hem in oordeel en genade ineen. Boers eigen vraag is even abstract - en komt evenzeer voort uit een bedachte God en niet uit de ontmoeting met de levende God. Het is niet voor niets de vraag van Luther vóór zijn bekering, die hij later nooit meer zo stelt.”

Toch zijn we volgens Van de Beek hiermee nog niet bij het hart van de discussie zoals Boer die voert. „Ook over Christus kan men in het algemeen spreken. Het komt er uiteindelijk op aan dat God persoonlijk in ons leven komt.” Van de Beek was daarom minder beducht voor zelfonderzoek dan Berkhof. „Ik zie een veel groter gevaar: mensen die denken dat ze het wel hebben gevonden en zichzelf gaan beroemen. Tegenwoordig zijn dat niet meer zo veel de diep ingeleide kinderen van God, maar ”born again christians” van een andere snit. Maar in beide gevallen hebben ze het licht gezien. Indertijd moest Boer aan Berkhof voorhouden dat het behoren bij Christus niet vanzelfsprekend is, zelfs niet voor kerkgangers. Nu zou het heilzaam zijn als bonders liederen van de middenorthodoxe dichters Muus Jacobse en Ad den Besten zich eigen zouden maken. „We willen er niet aan en we willen onszelf niet verliezen”, zo hebben deze gedicht.”

Prof. dr. J. Hoek (CHE) belichtte Boers visie op de verzoening. Ds. Boer heeft zich binnen de Hervormde Kerk sterk ingezet voor een onverkorte handhaving van de klassieke verzoeningsleer. „Hij wil niet dat de verzoening zo verstaanbaar gemaakt wordt voor de moderne mens dat zij aanvaarbaar is. Deze inzet voor een voluit bijbelse leer van de verzoening is blijvend actueel.”

Dr. Hoek constateerde een grote verlegenheid rond het thema verzoening, ook in vanouds orthodoxe kringen. „Volgens vele twintigste- en eenentwintigste-eeuwse theologen is Christus niet primair gekomen om de zonde te verzoenen, maar om God te openbaren. We doen er in 2005 des te meer goed aan in onze eigentijdse bezinning op verzoening, en ook in de vertolking van het Evangelie van de verzoening in de prediking, de intenties van ds. Boer voluit te honoreren.”

In de bijdrage van de Leidse docent dr. G. van den Brink kwam uitvoerig het optreden van prof. dr. C. Graafland ter sprake. Prof. Graafland vormde samen met anderen een contactgroep die in de jaren zestig kritisch reageerde op het beleid van de Gereformeerde Bond. Graafland vroeg meer ruimte in Gereformeerde Bond, maar ds. Boer zegde Graafland de wacht aan, aldus Van den Brink. Het bestaande beeld van ds. Boer is een „angstige, rechtlijnige partijman die een te smal spoor volgde” (kritiek van W. Balke en anderen) of „een geestelijk vader en leidsman met profetische trekken” (de mening van onder anderen biograaf Van der Graaf).

Volgens dr. Van den Brink zocht ds. Boer andere antwoorden dan Graafland, maar vond hij de vragen die deze stelde wel legitiem. Zo was volgens ds. Boer Genesis 1 iets anders dan een wetenschappelijk verslag en had hij ook oog voor het menselijk karakter van de Schrift. „Ds. Boer zag goed dat het de groep rondom Graafland niet om nieuwlichterij was te doen, maar dat deze belangrijke vragen aan de orde stelde. Zijn kritiek richtte zich vooral op de (openbare) manier waarop dat laatste gebeurde.”

Ds. C. Blenk noemde nog een belangrijk punt waarbij ds. Boer een afwijkend standpunt innam. „Ds. Boer stemde in met een boek van ds. D. G. Molenaar die stelde dat het feit van Pinksteren herhaalbaar was. Je kunt wedergeboren zijn, maar niet vervuld met de Heilige Geest. Daar valt ds. Boer terug op zijn leermeester ds. I. Kievit en diens visie op de verzegeling met de Heilige Geest. Ds. Boer weerspreekt dan de gereformeerde leerboeken en gaat uitvoerig in op de gaven van de Geest. Hij durft te zeggen dat Calvijn op dit punt de mist inging.”

Van der Graaf sprak van een „voorbeeldige modaliteitendiscussie” tussen Berkhof en Boer. „Wie zou deze discussie vandaag nog zo kunnen voeren?” Ds. Boer is „opgebrand” aan de discussie over de verzoening, waar hij op onderdelen ook bleek te verschillen met verwanten. Ds. Boer kan echter niet zo maar worden gekopieerd. „Wie hem wil navolgen of zich op hem beroepen wil, moet hem wel kennen, maar dan integraal. Vandaar dit boek.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer