Hierdoor zou het aantal prikjes waarmee een gezwel wordt opgespoord met eenderde kunnen worden teruggebracht.

Die voorspelling deed professor J. de la Rosette van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam vrijdag na afloop van het door hem voorgezeten wereldcongres voor endo-urologen in Amsterdam.

Een tumor in een prostaat is moeilijk te zien, legde De la Rosette uit. Nu zijn er vaak twaalf prikjes met een heel fijne naald nodig om de kanker op te sporen.

Op dit moment onderzoeken ziekenhuizen in Lyon, Innsbruck, Londen en het AMC mogelijkheden om met contrastmiddelen en echografie de doorbloeding in een prostaat in beeld te brengen. Op basis van dat beeld is het gemakkelijker een gezwel terug te vinden, want een slechte doorbloeding duidt daar op.

De la Rosette: „De contrastmiddelen en de echoapparatuur zijn er al, we werken nu alleen aan het computerprogramma die dit mogelijk moet maken.”

Volgens De la Rosette is het onderzoek een goed voorbeeld van samenwerking tussen radiologen en urologen dat navolging verdient. „Er valt op het terrein van die samenwerking en gezamenlijke zoektocht naar oplossingen nog heel wat winst te halen.”

Tijdens het congres waar bijna 2000 urologen uit 84 landen op af kwamen, passeerden diverse nieuwe technieken de revue. Het viel De la Rosette op dat ongeveer de helft van alle presentaties ging over kijkoperaties (laparoscopie). „Die hebben een prominente rol in de urologie gekregen”, concludeerde de professor.

Verder constateert hij dat de voorspelling achterhaald is, dat de oude techniek van het wegschrapen van gezwellen met een mesje zou verdwijnen. „De oude methode is nog steeds zeer belangrijk, hij is alleen door nieuwe ontwikkelingen veel veiliger geworden”.