„Wantrouwen dé oorzaak van werkdruk of burn-out”
Wantrouwen van de manager ten opzichte van zijn ondergeschikte is een van de belangrijkste oorzaken van stress op de werkvloer. „Wantrouwen roept wantrouwen op en vervolgens doet men er alles aan om zichzelf veilig te stellen”, aldus bijzonder hoogleraar aan de Technische Universiteit van Eindhoven M. Verkerk.
Verkerk was een van de hoofdsprekers op een vrijdag in Doorn gehouden conferentie onder de titel ”Menselijkheid als maat.” Organisator was het Christelijk-Sociaal Congres (CSC), een stichting van zo’n veertig christelijke en maatschappelijke organisaties zoals vakbonden, werkgevers en vertegenwoordigers van de sectoren zorg en welzijn.
Verkerk verrichte onderzoek naar de organisatie van arbeid. Volgens hem is er iets grondig mis in Nederland: de werkdruk loopt op, veel werknemers raken overspannen of krijgen een burn-out en lijden aan afstomping (bijvoorbeeld in het onderwijs), terwijl een grote groep bestuurders zich volledig richt op status, geld en macht. Hij riep regering en vakbonden ertoe op de humanisering van de arbeid „weer hoog op de agenda te zetten.”
Uit zijn onderzoek komt naar voren dat de scheiding tussen denk- en doewerk beter kan worden opgeheven. „Werknemers dienen een veel vollediger taak te krijgen en meer zeggenschap te hebben over hun eigen werk.” Deze sociale oplossing werkt, zo is hem in de praktijk gebleken.
Vertrouwen is in dat geval het kernbegrip. „Dat roept weer vertrouwen op, waardoor de werknemer zich inspant voor de doelstellingen van de organisatie”, aldus Verkerk, die meent dat nu bij veel managers een visie op arbeid ontbreekt. „En dan wint de bureaucratie.”
Hij hekelde het Amerikaanse denken waarbij vooral financiële resultaten tellen. „Wat is ten diepste de drijfveer van iemand die alleen maar bezig is met zijn salaris, opties en bonussen? Dat geeft het personeel toch een motie van wantrouwen? Het doel van het bedrijfsleven is niet het maken van geld, maar het leveren van een zinvolle bijdrage aan de maatschappij.”
CU-fractieleider A. Rouvoet hield een uitvoerig betoog over de afnemende solidariteit onder mensen. Volgens hem is ”menselijkheid als maat” niet alleen een opdracht voor het Christelijk- Sociaal Congres. Ook de overheid heeft een belangrijke taak. Het CU-kamerlid bekritiseerde de rol van het kabinet, dat in hoog tempo verantwoordelijkheid weer bij de burger legt. „Dat moet zorgvuldig gebeuren, niet overhaast, onder druk van ’s lands financiën.” Hij riep de regering ertoe op beter te zorgen voor een breed draagvlak bij organisaties en burgers die direct geraakt worden door het beleid.
Staatssecretaris van Economische Zaken Karin van Gennip (CDA) vroeg de ongeveer 300 aanwezigen niet te blijven steken in somberheid over de economie. „We praten ons binnen Europa volledig de put in”, zei de staatssecretaris. Vergrijzing, globalisering en de multiculturele maatschappij bieden volgens haar juist volop kansen. Ze bepleitte een mentaliteitsverandering. „Doe je best, wees trots op jezelf en als je daar moeite mee hebt, wees dan trots op je buurman.”