Kerk & religie

Kerkelijke pers

Deze week verschenen in de kerkelijke pers.

26 August 2005 22:01Gewijzigd op 14 November 2020 02:53

Wapenveld / Kerkblad / Hervormd Kerkblad

Wapenveld
Religie in het publieke domein. In West-Europa zijn we dat nagenoeg kwijt; in het Midden-Oosten is het de gewoonste zaak van de wereld. Vanuit Jeruzalem schreef Bart Wallet een column voor Wapenveld, het reünistenblad van de CSFR.

„Wie enkele maanden in Israël vertoeft, gaat steeds meer zien van het hybride karakter van dit land. Westerse waarden en modern kapitalisme gecombineerd met oosterse passie en een tanend socialistisch utopisme. Soms wordt vanuit een politiek perspectief beweerd dat Israël in feite de 51e staat van de Verenigde Staten van Amerika is, terwijl vanuit financieel perspectief bij onze oosterburen wel eens schertsend wordt gesuggereerd dat het de zeventiende deelstaat van Duitsland is. Wie de Israëlische cultuur echter juist wil taxeren, moet nadrukkelijk het Midden-Oosterse karakter van dit land verdisconteren. Het Midden-Oosten kent andere wetten dan Europa. Waar in Europa het nuchtere verstand, de relativerende toon en de ironische distantie hooggeprezen deugden vormen, verkiest het Midden-Oosten de gloedvolle passie, het extreme idee en de complete overgave. Iedere Europeaan die verblijft in die wereld wordt voor de keus geplaatst om of met distantie op afstand te blijven, of zich mee te laten zuigen in de politieke hitte van iedere dag.

Zoals de politiek op straat ligt, zo ook de religie. Met dezelfde overgave en vanzelfsprekendheid waarmee politieke voorkeuren publiek bekend gemaakt worden, oefent men in het publieke domein de religie uit. Een jong orthodox meisje, gekleed in de stemmige dracht van haar religieuze gemeenschap, staat met haar gebedenboek in de hand in een overvolle Jeruzalemse bus te bidden. Rond het middaguur staat in de universiteitsbibliotheek een in het zwart geklede man richting het oosten het middaggebed te zeggen. Dergelijke taferelen zijn dagelijkse praktijk in Jeruzalem.

Het contrast met het leven in West-Europa dringt zich op. Na herhaalde klachten uit de buurt, besloot mijn Amsterdamse kerk om voortaan op zondagochtend de klok maar niet meer te luiden. Buurtbewoners vonden het hinderlijk om om kwart over negen met het heldere klokgelui wakker te worden - en hadden al helemaal niets met de intentie achter het gelui: „kom ga met ons…”

Dat religie in het publieke domein uitgeoefend wordt, is iets dat wij in Europa nagenoeg kwijt zijn geraakt. Sinds de Verlichting is het publieke domein neutraal verklaard. Een tijdlang werd nog gezocht naar universele christelijke waarden, maar inmiddels hebben we aan een ’neutraal’ mensenrechtenvertoog genoeg. Of we daar echter genoeg aan hebben, nu de vragen van religie en samenleving zich opnieuw aan ons opdringen?

Wie ziet hoe een hele stad op vrijdag langzaam leegloopt, na eerst koortsachtig de laatste boodschappen voor sjabbat gedaan te hebben, en daarna in gewijde stilte de sjabbat ontvangt, proeft bij alle lastige vragen die er ook liggen, iets van het heilzame dat verscholen ligt in religie die zich bewust publiek manifesteert. „Niet Israël onderhoudt de sjabbat, maar de sjabbat onderhoudt Israël”, zo zegt de rabbijnse traditie. Misschien moeten we in Amsterdam toch maar weer klokken gaan luiden…”


Kerkblad

Ouders, maar ook de overheid, hebben overspannen verwachtingen van de school. In het Kerkblad, orgaan van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (buiten verband), benadrukt N. Verdouw dat de opvoeding van kinderen allereerst in het gezin plaatsheeft.
„Veel moderne ouders hebben gewoon te weinig tijd voor de opvoeding van hun kinderen. Overdag werken man en vrouw in veel gevallen. ’s Avonds zijn ze moe, maar moeten toch nog boodschappen doen, eten koken, hun sociale contacten bijhouden enz. En er zijn ook nog kinderen. Zulke moeders willen koste wat het kost hun carrière niet onderbreken, ondanks dat ze heimelijk aanvoelen, dat de kinderen het slachtoffer zijn van hun emancipatiedrang.

Het gezin is in die gevallen geen veilige thuishaven en geen toevluchtsoord meer. Er is geen duidelijke structuur meer in het leven van de kinderen. Die innerlijke onrust en onvrede leiden zo snel tot probleemgedrag met alle gevolgen van dien.

Veel uitwassen zijn in dit verband te noemen. Heel schrijnend is het feit, dat vanaf viaducten stoeptegels gegooid worden naar automobilisten. Als we nadenken over wat bij zulke jongeren radicaal fout is gegaan… Laten we naast gebrek aan opvoeding, ook de invloed van computerspellen niet vergeten. Daarbij wordt het ook heel normaal gevonden, dat je alles omver rijdt, dat je anderen doodt. Waarvoor? Voor je plezier…

En in deze problematiek is nu alle hoop gevestigd op… de school. Het RD noemde in dit verband de school een reddingsboei. Een woord met een veelzeggende inhoud.

We leven inderdaad in een maatschappij die tekenen vertoont van een dreigende ondergang. Het gezin is wel eens de cel en het geraamte, de stevigheid van de samenleving genoemd. Vallen de cellen uiteen, dan valt de maatschappij uiteen. Zien we het niet duidelijk voor onze ogen gebeuren, dat door het uitwendig verlaten van Gods heilzame geboden, allerlei ontwrichting plaatsvindt?

De opvoeding van kinderen vindt als het goed is allereerst in het gezin plaats. En daarbij vervult de moeder meestal zo’n uiterst belangrijke spilfunctie. Laten we toch niet meegaan met de maalstroom van onze tijd.

Met veel waardering zien wij onze moeders zich helemaal geven aan de gezinnen. Overdag staan ze er meestal alleen voor om de kinderen liefde te geven, warmte en veiligheid te bieden, op te voeden, te leren gehoorzamen, voor ze te zorgen als ze ziek zijn, ze op te vangen als ze uit school komen enz. enz. Vader staat -als het goed is- zijn vrouw zoveel mogelijk bij, begeleidt de grotere kinderen, ook bij het computergebruik.

Buitenstaanders weten vaak niet welke problemen er bij dit alles zich kunnen voordoen. Moeders kunnen ook wel eens ten einde raad zijn. Hun noden voor de Heere neerleggen… We denken in dit verband ook aan de gezinnen waar een ledige plaats is gekomen, waar moeder of vader er alleen voor staat. De Heere gedenke hen in dubbele mate! Maar, hoeveel nood er ook in onze gezinnen kan zijn, we voelen toch aan én weten het op grond van Gods Woord, dat híér in het gezin de eerste opvoedingstaak ligt. Zo helpen we onze kinderen fundamenteel.”

Hervormd Kerkblad
Prediking kan niet volstaan met algemene waarheden over hoe wij leven en handelen zullen, schrijft dr. P. Buitelaar in het Hervormd Kerkblad, het orgaan van de Hersteld Hervormde Kerk.

„Leer en leven, geloof en werken, zijn in Gods Woord onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Bij Jakobus lezen wij: „Maar, zal iemand zeggen: Gij hebt het geloof en ik de werken. Toon mij uw geloof uit uw werken en ik zal u uit mijn werken mijn geloof tonen.” Het geloof wordt beproefd in het leven van alledag, omdat het juist in dat concrete leven d.w.z. in onze handel en wandel openbaar komt. Dat is de reden waarom in de prediking de aandacht voor onze handel en wandel niet mag ontbreken. Calvijn in zijn Institutie deel lll, Luther in zijn Grote Catechismus, de Heidelberger in het stuk der dankbaarheid, de geschriften en preken van mannen uit de Nadere Reformatie getuigen van ”de vroomheid des levens”. Die allen wijzen ons erop hoe het geloof handen en voeten krijgt in het gewone leven. En dat in navolging van de profeten en apostelen.

Wij kunnen derhalve ook heden ten dage in de prediking niet volstaan met algemene waarheden over hoe wij leven en handelen zullen. Het gaat erom hoe het geloof functioneert in ons staan en gaan in deze wereld, in ons huwelijk en gezin, thuis en op het werk, in staat en maatschappij, in de huidige cultuur en wetenschap, in de vragen van deze tijd en te midden van vervlakking en verstarring, van verwereldlijking en veruitwendiging. Voorop blijft staan de noodzaak van waarachtig geloof, maar volgen moet het geloof in de praktijk van het leven met al zijn vragen en zorgen. Velen snakken naar een praktikale verkondiging van het Woord, waarin de praktijk niet ontbreekt. Er komt zoveel af op jong en oud, dat wij er niet aan voorbij kunnen en mogen gaan. Denkt u maar aan veel (niet alles!) wat via de media onze huizen en harten binnenkomt, al dan niet voorzien van de woorden christelijk of evangelisch. Let u op de mode, waarin de grenzen verlegd worden tot het onbetamelijke toe. En vergeet vooral de invloed van de cultuur, die geen band meer heeft met de ware cultus. Het gaat niet aan de gereformeerde gezindte en dus ook niet aan ons hart voorbij. Hoeveel jongeren (en ouderen?) laven zich niet aan bronnen, die met gif gemengd zijn. Gode zij dank, zie ik ook jongeren die één en al oor zijn voor het gepredikte Woord!

Wij zijn geroepen om wegen te wijzen. Dat betekent niet alleen waarschuwen voor verkeerde wegen, maar vooral ook wijzen op de goede en Gode welbehagelijke weg. Dat is de weg van de vreze des Heeren, die het beginsel is van de wijsheid. Dan vragen wij niet meer hoe ver wij mee kunnen met de wereld, maar hoe we dicht bij de Heere kunnen blijven. Deze vreze des Heeren heeft niets van angst voor God, maar wel van vrees voor de zonde. Het gaat in alles om de heilige eerbied voor de hoge God, Zijn Wet en Woord.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer