„Student moet zelfconfrontatie niet ontlopen”
„Afgebracht worden van hét geloof zou een ramp zijn, maar afgebracht worden van jóúw geloof kan een geweldige zegen zijn. Want er zijn veel godsdienstige denkbeelden en overtuigingen die voor God niet kunnen bestaan. Daarom zul je de zelfconfrontatie niet uit de weg kunnen gaan.”
Dat stelde drs. G. A. van Ginkel, pastoraal werker in de hervormde gemeente van Wijk bij Heusden, donderdagavond op de introductiedag van de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi. De avond, bedoeld voor nieuwe studenten, werd belegd in het gebouw van de christelijke gereformeerde kerk in Utrecht.
Van Ginkel ging in op de vraag of je door wetenschap te bedrijven, afgebracht kunt worden van je geloof. „Allereerst kun je van je geloof afgebracht worden door factoren van binnenuit. Het aanhangen van rechtzinnige dogma’s is nog geen persoonlijk geloof. Bij eerlijk en biddend onderzoek van de Schrift kan je eigen dwaasheid inzichtelijk worden, om te wandelen in de waarheid en wijsheid die van God is.
Als student krijg je uiteraard ook te maken met factoren van buitenaf. Tijdens de studie zul je de confrontatie met andersdenkenden niet kunnen ontlopen.”
Om die confrontatie aan te kunnen gaan, gaf Van Ginkel enkele adviezen. „Houd goed voor ogen wat God verstaat onder kennen, wetenschap, waarheid en wijsheid. Doe schriftstudie, persoonlijk en met elkaar. Dat betekent dat er moet worden gegraven in plaats van gelezen. Houd stille tijd, tijd voor God. Er wordt wel gezegd dat je hiermee God arrangeert, maar wij arrangeren niets. Het is geloven dat God Zich laat ontmoeten. Ten slotte is ontmoeting met andere studenten op de studentenvereniging belangrijk, maar ook met het thuisfront.”
Van Ginkel noemde de geschiedenis van Daniël aan het Babylonische hof als een goed voorbeeld. „Er wordt hier vooral positief gesproken over wetenschap en de verhouding tussen wetenschap en geloof. Ze waren vernuftig in alle wijsheid, ervaren in wetenschap en kloek van verstand. Dat is een gave van God die Hij aan Daniël en zijn vrienden schenkt. Daarbij hebben ze hun volle verantwoordelijkheid behouden. Wetenschap is het vermeerderen van kennis. Wijsheid is het inzicht om die kennis te gebruiken.”
Vanuit de Bijbel is er volgens Van Ginkel echter meer te zeggen. „Kennen is vooral een zaak van verhouding. De verhouding tussen de mens en God en de verhouding tussen de mens en zijn medemens. Het heeft alles te maken met bekennen, gemeenschap. En dat is een zaak van het hart. Wijsheid is in Gods Woord vooral levenswijsheid, om te leven tot Gods eer. Het is een Godsgeschenk. God geeft harmonie tussen geloof en wetenschap. Hij geeft Daniël en zijn vrienden Zijn Woord en Geest.”
Als antwoord op de vraag of christenen altijd moeten getuigen van het geloof, stelde drs. Van Ginkel dat Gods Woord niet vraagt om altijd te getuigen, maar wel dat de ware gelovige een getuige is en „altijd bereid moet zijn tot verantwoording van de hoop die in hem is.”