Werkstraf geëist na ongeval in Leusden
Tegen de 20-jarige P. van E. uit Woudenberg is woensdag voor de rechtbank in Utrecht honderd uur werkstraf en een jaar rijontzegging, waarvan de helft voorwaardelijk, geëist.
Van E. moest voor de rechter verschijnen omdat hij schuld zou hebben aan een dodelijk verkeersongeval op de Moorsterweg in Leusden. Bij het ongeval kwam een 17-jarige jongen uit Scherpenzeel om het leven.
De Woudenberger verloor op 1 december rond acht uur ’s avonds door onbekende oorzaak in een flauwe bocht op de Moorsterweg de macht over het stuur. Zijn auto kwam dwars op de weg te staan. Een 36-jarige vrouw uit Leusden die een bestelbusje bestuurde, kon een aanrijding niet voorkomen en ramde de auto vol in de rechterflank.
De 17-jarige jongen overleed ter plaatse. Hij zat op de passagiersstoel naast de verdachte in de auto. De Woudenberger, ten tijde van het ongeval 19 jaar oud, en de bestuurster van het bestelbusje raakten beiden zwaargewond. Zij zijn nog niet volledig hersteld. Geen van de betrokkenen droeg autogordels.
Hoewel de verkeerspolitie de precieze oorzaak van het ongeval niet heeft kunnen vaststellen, gaat officier van justitie mr. Ph. van Logten ervan uit dat de Woudenberger zijn voertuig onvoldoende onder controle had, waardoor de auto uitbrak. Volgens de aanklaagster moet de wagen met de twee rechterwielen in de berm zijn beland, om vervolgens dwars op de weg tot stilstand te komen.
Van Logten zag de modder op de rechterbanden als bewijs voor haar stelling, maar de politie heeft ter plekke in de berm geen bandensporen aangetroffen. Door het ontbreken van sporen is ook niet duidelijk of er te hard is gereden.
Vanwege de ernst van het auto-ongeluk vond Van Logten dat de Woudenberger zich toch voor de rechter moest verantwoorden, ondanks dat de ouders van het slachtoffer geen vervolging wensten. Ze koesteren geen wrok tegen Van E., die ze als medeslachtoffer zien en niet als verdachte. De Woudenberger en Scherpenzeler waren beste vrienden. Rechtbankvoorzitter mr. M. Veldhuijzen noemde de begripvolle houding van de ouders „best uitzonderlijk. Dat zien we hier vaak anders”, aldus de rechter.
De rechtbank doet op woensdag 7 september uitspraak.