De verlossing
De ordinantiën van God zijn het enige wat het schepsel doet blijven wanneer het door de mens misbruikt wordt. De Heere houdt hem in wezen staande, niet met het doel misbruikt te worden door de mensen, maar om door de bewijzen van zijn onverdiende goedertierenheid de mens tot bekering te leiden. De apostel verzekert ons dat de kinderen van God deelgenoot zullen zijn van de heerlijke verlossing van wat geschapen is.Wanneer Gods kinderen volkomen bevrijd zullen worden van de overblijfselen van de schuld en de besmetting van de zonde, zal het schepsel niet meer worden gebruikt tegen het oogmerk van Gods schepping in. Het zal dan door het redelijke schepsel weer gebruikt worden als middel om de heerlijkheid van God te verkondigen. Daartoe was het in de beginne geschapen. O, het ganse schepsel klaagt over de harde behandeling die het ondergaat, omdat het misbruikt wordt door de zonde van de mens.
De apostel breidt dit uit tot de gehele schepping, opdat niemand die de schepselen gebruikt zich zou kunnen bevrijden van de zonden. Want hoe kan ook iemand zich vrij kennen van de zonde? Alles wat hij geniet, getuigt tegen hem dat hij gezondigd heeft. O zondaar, de zon die u beschijnt zucht omdat hij licht moet geven aan u, die dat licht misbruikt.
Thomas Halyburton, professor te St. Andrews (”Het groot aanbelang der zaligheid”, 1747)