Economie

Ophokbesluit is „goed maar onvoldoende”

Hoe maak je van de nood een deugd? Biologisch pluimveehouder Arie Verbeek uit Renswoude haalt dezer dagen de cultivator door de lege uitlopen. „Wat graszaad erin, dan hebben ze straks een mooi groen tapijtje.” De luiken naar buiten gingen echter voor vele maanden dicht. „Een tweede vogelpestcrisis zou voor velen in de kippensector de nekslag betekenen.”

Niek Sterk
23 August 2005 10:07Gewijzigd op 14 November 2020 02:52
RENSWOUDE – Biologisch pluimveehouder Arie Verbeek uit Renswoude tussen zijn duizenden silvernecks. Gisteren verstreek de deadline van de ophokplicht. Bij Verbeek zijn de luiken al sinds vrijdag dicht. Zijn advies aan landbouwminister Veerman: „Houd de
RENSWOUDE – Biologisch pluimveehouder Arie Verbeek uit Renswoude tussen zijn duizenden silvernecks. Gisteren verstreek de deadline van de ophokplicht. Bij Verbeek zijn de luiken al sinds vrijdag dicht. Zijn advies aan landbouwminister Veerman: „Houd de

Als Verbeek (62) binnenstapt in een van zijn hokken met daarin 4800 silvernecks -een wit legras met hier en daar een bruin veertje-, klopt hij eerst stevig op de deur. Dan blijven de dames rustig wanneer die open zwaait. Het bezoek draagt speciale laarzen, om besmetting met wat-dan-ook tegen te gaan. Bij wat -dan-ook denkt elke pluimveehouder eigenlijk maar aan één ding: vogelgriep.

De deadline voor de ophokplicht verstreek maandag. Verbeek was er al wat eerder bij. „Sinds afgelopen vrijdag houden we de luiken naar de uitlopen dicht.” De van nature rustige silvernecks vertonen sindsdien nog geen zichtbaar ander gedrag. „Wellicht zal de agressie en het kannibalisme de komende tijd wat toenemen. Dan gaan we ze wat meer stro geven. Speelgoed bij kippen, daar geloof ik niet in.”

De meeste kippen hebben overigens nu al een kaalgepikt achterwerk. „’t Is gek, altijd als ze zo rond de 45 weken zijn, begint het verenpikken bij elkaar. Bij dit ras valt het nog mee; de eerste biologische koppels die we hadden, gaven meer problemen.” Nog vijftien weken te gaan en de dieren krijgen de status soepkip.

Acht jaar geleden stapte Verbeek over van legbatterij op biologisch. „Het zag er veelbelovend uit toen een veevoerfabrikant met het voorstel kwam.”

Spijt had hij nooit van de keuze, al waren er flinke aanloopproblemen. Samen met zoon Wim (30) vormt hij een maatschap. Twee gezinnen leven van 60 melkkoeien, 270 varkens en 8500 kippen in twee schuren. Op dit moment verrijst een derde schuur op het erf, met daarin de modernste volière-inrichting. „Een investering van z’n 45 euro per dier.” Vanaf november moeten 6000 kippen de volièrestal bevolken.

In een biologische stal geldt de limiet van zes beesten per vierkante meter. Buiten moet elke kip 4 vierkante meter tot haar beschikking hebben. Het voer is nu al voor 85 procent biologisch (dus duurder), vanaf 2008 geldt 100 procent bio als eis. Snavels mogen niet worden gekapt, hokken moeten daglicht hebben. Nederland telt zo’n 600.000 biologische kippen en 3,9 miljoen zogenaamde Freiland-dieren. De gangbare kippenhouderij is vele malen groter: zo’n 80 miljoen exemplaren.

Verbeek, bestuurslid van de Stichting Biologische Pluimveehouders, is het in principe eens met de ophokplicht zoals die werd afgekondigd en wordt uitgevoerd. „De ramp van 2003 moeten we zeker proberen te voorkomen.” Of deze maatregel afdoende is? Nee. „De mobiliteit over de wereld is zó groot. Dat is tegelijk een zegen en een vloek. Een Chinees met het griepvirus bij zich staat in twintig uur op Schiphol.”

Sommige maatregelen voor de Nederlandse boeren -de pluimveehouder moet in principe elke keer een schone overall en andere laarzen aan als hij van z’n ene hok naar een ander gaat- vindt hij onzinnig. „Dan zou er buiten eigenlijk ook een hoge betonnen muur tussen de twee uitlopen moeten staan. En dan moet je elke wilde vogel verbieden om van de ene kant van de muur naar de andere te vliegen.”

De 8500 kippen van dit moment leggen nu dagelijks nog zo’n 6600 eieren, op hun top waren dat er 8000. Elk biologisch ei levert de boer 11 cent op, meer dan het dubbele van een batterij-ei en iets meer dan de Freiland- of scharrelvariant.

Dat Brussel vorige week besloot dat prijsvoordeel te laten bestaan -al zitten de biodieren nu binnen- stemt Verbeek ronduit blij. „Een andere optie was er ook niet. Onze regels zijn strenger en daarmee zijn onze kosten veel hoger.”

Bevreesd voor het uitbreken van aviare influenza is Verbeek terdege. De ramp is in dat geval niet te overzien. „Waren er de vorige keer weinig faillissementen, dit keer zou dat heel anders uitpakken. Vooral in de batterijsector is de herstelfase nog lang niet afgerond. Bovendien worstelen ze daar al anderhalf jaar met een dramatisch lage eierprijs. Nu een ziekte, dan vallen veel bedrijven om. Dan praten we nog niet eens over de ernstige bedreiging die het virus vormt voor de mens.”

Heeft hij een advies aan minister Veerman? „Jazeker. Houd de transportstromen beter in de gaten, want op dat punt is nog een wereld te winnen. En mocht de vogelpest toch uitbreken, ga dan ruimen van buiten naar binnen in plaats van andersom, vanuit de haard naar buiten. En natuurlijk graag wat sneller dan de vorige keer én door deskundiger mensen.”

Hij wil er eigenlijk niet aan denken. „Bij ons werden kerngezonde dieren geruimd. Het was de eerste koppel witte die we hadden. Dertig weken oud, op topproductie. De biologische pluimveehouders kwamen er bij de vergoedingen relatief gunstig af. Maar als jouw gezonde beesten zomaar in de gascontainer verdwijnen, dan springen de tranen je echt wel in de ogen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer