Binnenland

Nazi-jager: Niet gedreven door haat

„Haat is niet mijn drijfveer”, vertelde de nazi-jager dr. Serge Klarsfeld zaterdag aan 600 joodse oorlogskinderen in Amsterdam. „Gerechtigheid, daar gaat het om.” Hij werd na afloop bedolven onder persoonlijke vragen.

Niek Stam
22 August 2005 10:44Gewijzigd op 14 November 2020 02:52
AMSTERDAM – Nazi-jager Serge Klarsfeld werd zaterdag overstelpt met vragen van joodse oorlogskinderen op het joodse congres ”Still going strong 1945 2005”. Hij hield er een lezing waarin hij vertelde over de drijfveer achter zijn inspanningen om nazi-mi
AMSTERDAM – Nazi-jager Serge Klarsfeld werd zaterdag overstelpt met vragen van joodse oorlogskinderen op het joodse congres ”Still going strong 1945 2005”. Hij hield er een lezing waarin hij vertelde over de drijfveer achter zijn inspanningen om nazi-mi

De joodse oorlogskinderen uit zo’n twintig landen, gemiddeld tussen de 60 en 80 jaar oud, luisterden zaterdag naar de Franse advocaat en activist. Ze waren de afgelopen dagen bijeen voor het congres ”Still going strong 1945-2005”, dat tot vandaag duurde.

Voorzitter Max Arpels Lezer vraagt deze zaterdagmorgen begrip voor de veiligheidsmaatregelen rond het congres in het goed bewaakte Van der Valk-hotel bij Schiphol. Hij is blij geen afzeggingen te hebben gekregen wegens gevaar van terrorisme, vertelt hij de deelnemers. „Geen terrorist kan ons tegenhouden elkaar te ontmoeten.” Luid applaus.

Vervolgens vertelt Klarsfeld over zijn inzet voor joodse slachtoffers. Klarsfeld bracht als nazi-jager enkele markante oorlogscriminelen achter de tralies. Zoals Gestapo-chef Klaus Barbie, ”de slager van Lyon”, en meer recent de oude Maurice Papon.

De meeste waardering krijgt hij echter voor het boek waarin hij alle treintransporten naar de concentratiekampen heeft beschreven. Van de treinen vanuit Frankrijk heeft hij de namen van nagenoeg alle inzittenden achterhaald. Het is een standaardwerk geworden, waarin vele nabestaanden van vermoorde joden voor het eerst hun familieleden terugvonden en nog vinden. De lijst krijgt nog steeds updates en geldt in processen tegen nazi-misdadigers als belangrijk bewijsstuk.

Zijn levensmissie begon met het vinden van de overblijfselen van zijn vader, vertelt Klarsfeld. „Ik zal het nooit meer vergeten. Het gaf me nachtmerries over de nacht waarin mijn vader verraden werd. Hoe hij door zich prijs te geven ons had beschermd. Ik droomde dan hoe de Gestapo alsnog de kleren in onze kast zouden wegschuiven, en onze schuilplaats zouden vinden die erachter was. Ik droomde ook, en dat komt voor bij veel overlevenden van de holocaust, dat mijn vader levend terugkeerde uit Auschwitz. Het is uit loyaliteit aan hem dat ik aan dit werk ben begonnen.”

Klarsfeld zegt niet te handelen uit haat tegen de Duitsers. „Anders was ik niet met mijn Duitse, niet-joodse vrouw getrouwd. Zij heeft zich altijd totaal toegewijd aan mijn zoektocht. En door persoonlijke ontmoetingen met vele Duitsers heb ik geleerd mijn vooroordelen te laten varen. Ik handel om gerechtigheid te krijgen.”

Naast dat de schuldigen gestraft worden, is het belangrijk dat er herdacht wordt, houdt Klarsfeld zijn publiek voor. „Daarom moet alles zo duidelijk mogelijk beschreven worden. U en ik zullen namelijk verdwijnen, maar ons werk zal overblijven. Er zijn nu goede instituten die onderzoek doen naar de oorlog. Er worden nog steeds namen ontdekt van slachtoffers, er wordt nog steeds geschiedenis geschreven.” Hij krijgt een staande ovatie.

Na Klarsfelds lezing kunnen de oorlogskinderen vragen stellen. Er vormen zich lange rijen achter de microfoons. Sommige vragen zijn zeer persoonlijk. Ze gaan over het lot van een zus of een moeder.

De vragen blijken niet allemaal tevergeefs. Klarsfelds toont een fenomenale feitenkennis. Zoals bij het antwoord aan de Frans-Amerikaanse Dora Rubinstein, die hem bedankt voor al zijn werk. „Ik heb mijn twee broers en mijn vader verloren maar door uw inspanningen weet ik ook waar ze zijn omgekomen.” „Zei u dat uw broer met trein nummer 50 is gedeporteerd?” zegt Klarsfeld. „Dat is het transport van 4 maart 1943. Daar heb ik pas nog iets over ontdekt. U dacht waarschijnlijk dat hij naar kamp Majdanek in Polen is gegaan? Dat moet Sobibor zijn. Ik heb een overlevende van die trein gesproken, de bestemming is op het laatst gewijzigd.”

„Dat ik dat nu nog te weten kom”, zegt Rubinstein na afloop van het ochtendprogramma. Ze is oud en loopt aan de arm van haar man met kleine stapjes de zaal uit. Toch is ze blij. „Omdat ik nu weet waar mijn broer Avraham echt is omgekomen. Maar het is ook erg emotioneel voor me.”

Rond Klarsfeld heeft zich inmiddels een grote groep oude mensen gevormd die hem bestormen met vragen. Het duurt nog lang voor ze allemaal weg zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer