Kabinet schiet op SER-voorstel WW
Het kabinet wijst het advies van werkgevers en de vakbeweging voor een andere financiering van de WW-premies als „niet verantwoord” van de hand. Het advies van sociale partners zou vooral voor de minima negatieve inkomensgevolgen hebben. Zo zouden de laagste inkomensgroepen er ruim 1,5 procent in koopkracht op achteruitgaan.
Dat heeft het kabinet vrijdag na afloop van de ministerraad bekendgemaakt. Zowel de vakcentrales FNV en CNV als de werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland waarschuwden direct dat de steun van sociale partners voor hervormingen in de sociale zekerheid onder druk komt te staan. „Wij zijn zwaar teleurgesteld over deze onverhoedse aanval”, aldus plaatsvervangend directeur sociale zaken S. Nieuwsma van VNO-NCW.
De werkgevers en de vakbeweging in de Sociaal-Economische Raad (SER) hadden in hun advies over hervorming van de Werkloosheidswet voorgesteld om na zes maanden WW-uitkering deze voor eenderde met belastinggeld te betalen. Ook willen de sociale partners de zogeheten premievrijevoet afschaffen. Nu betalen werknemers pas premie over loon dat boven 58 euro bruto per dag uitkomt.
Deze maatregelen raken volgens het kabinet vooral minima, terwijl hogere inkomens er op vooruitgaan. Compensatie via de belastingen kost 1 tot 1,5 miljard euro. Het kabinet noemt „het principieel onjuist” als niet-werknemers via belastingen gaan meebetalen aan werknemersverzekeringen.
Verder hadden de sociale partners bedacht dat niet alleen werkgevers de wachtgeldpremie moeten betalen. Om het voor werknemers aantrekkelijk te maken de duur van de WW te beperken, zouden ze de helft moeten meebetalen. Volgens het kabinet gaat het daarbij om een bedrag van 1,1 miljard euro.
Vice-voorzitter T. Heerts van de FNV noemt de opstelling van het kabinet bespottelijk. Heerts stelt dat „een ingroeimodel van jaren” is voorgesteld en rekening is gehouden met premie- en belastingverlagingen door hervormingen van onder meer de WW en de WAO.
Volgens MKB-coördinator sociaal beleid A. van Delft is het „de omgekeerde wereld” dat het kabinet het principieel onjuist vindt om niet-werknemers mee te laten betalen. Volgens hem laat juist het kabinet werkgevers en werknemers al jaren onnodig hoge premies voor de WW en de WAO betalen, zodat de overvolle sociale fondsen de rijksbegroting op peil houden. „Dit zijn de principes van een boekhouder”, stelde CNV-voorzitter R. Paas.
Volgens de sociale partners moet de overheid meebetalen, omdat langdurige werkloosheid een maatschappelijk probleem is. Nieuwsma van VNO-NCW wijst er ook op dat dankzij het extra geld tijdig kan worden geïnvesteerd in werk-naar-werktrajecten om dure reïntegratietrajecten voor de samenleving te voorkomen als werklozen in de bijstand terecht komen.
Premier Balkenende zei wegens de geconstateerde koopkrachteffecten „niet beducht” te zijn voor de reacties van sociale partners. Of een nieuw advies aan de SER wordt gevraagd, is volgens hem nog niet te zeggen.
Het kabinet wil de Werkloosheidswet in 2006 veranderen om het aantal mensen in de WW te verminderen. Daarover is advies gevraagd aan de SER. Het voorstel van de raad om de WW-rechten te beperken heeft het kabinet in april van dit jaar al overgenomen, maar moet nog door de Tweede Kamer worden goedgekeurd.
In het SER-plan gaat de WW-uitkering maximaal drie jaar en twee maanden duren tegen vijf jaar nu. Ook moeten werknemers in kortere tijd meer hebben gewerkt, willen ze recht krijgen op een uitkering na ontslag: minimaal 26 van de laatste 36 weken. Op dit moment is dat nog 26 in 39 weken. Wel krijgen werklozen in de eerste twee maanden een hogere uitkering, namelijk 75 procent van het laatstverdiende salaris. Daarna rest 70 procent van het laatste loon, zoals WW’ers nu ook ontvangen.