Droefheid en blijdschap bij christenen in Israël
Volgens christenzionisten doet Israël dezer dagen een stap terug, Palestijnse christenen noemen het een stap voorwaarts. De terugtrekking uit nederzettingen in de Gazastrook en het noordelijke gedeelte van de Westelijke Jordaanoever leidt ook onder Israëlische christenen tot veel discussie.
De Nederlander Jan Willem van der Hoeven, oprichter van het Internationale Christen Zionistencentrum, is het oneens met het besluit van de Israëlische regering om nederzettingen te evacueren. Hij is teleurgesteld over de houding van pro-Israël-christenen die het, volgens hem, laten afweten. Ze zouden een voorbeeld moeten nemen aan de orthodoxe joden die „bidden, vasten en demonstreren in kou en hitte, huilen en de regering-Sharon oproepen haar beleid te wijzigen.”
Bij christenzionisten blijft het slechts bij hier en daar een gebedsbijeenkomst. „Sorry hoor, maar ik vind het slap. Wij hebben altijd naast Israël willen staan op grond van de Bijbel. En die is er absoluut duidelijk over dat het land als een altijddurende bezitting is gegeven aan de joden. Als wij als christenzionisten daar niet duidelijk over spreken, dan kunnen we beter stoppen.”
Op de vraag waarom hij zelf niet naar de Gazastrook is gegaan om tegen de ontruiming te protesteren, zegt Van der Hoeven dat „terwijl de christenen nog bijna niets deden”, hij tijdens het Loofhuttenfeest vorig jaar samen met andere christenzionisten naar de nederzettingen in de Gazastrook is gegaan om de bewoners steun te betuigen. Hij heeft ook meegewerkt aan de actie van tegenstanders van de ontruiming die een menselijke ketting vormden tussen het nederzettingenblok Gush Katif in de Gazastrook en de Klaagmuur in Jeruzalem. Ook heeft Van der Hoeven in publicaties tegen de ontruiming gewaarschuwd.
De anglicaanse theoloog dr. Naim Ateek, oprichter en directeur van het centrum voor de Palestijnse bevrijdingstheologie Sabeel in Jeruzalem, is daarentegen positief over de terugtrekking. „Ik geloof dat het een stap in de goede richting is. Maar het mag niet de laatste stap zijn. Alle nederzettingen zijn volgens het internationaal recht illegaal, wat Israël ook beweert. De terugtrekking draagt bij aan het stichten van vrede. Vrede is mogelijk volgens het internationaal recht van de Verenigde Naties. De terugtrekking uit de Gazastrook is in overeenstemming met het internationale recht en VN-resoluties.”
Ateek hoopt dat de Israëliërs en de Palestijnen nu de bepalingen van de zogenaamde routekaart voor de vrede gaan uitvoeren. Dit door Palestijnen en Israëliërs geaccepteerde vredesplan voorziet in een gefaseerde realisering van een Palestijnse staat naast Israël. „Uiteindelijk is de hoop dat er vrede zal komen. We geloven dat de routekaart tot een rechtvaardige vrede kan leiden.”
De meeste Palestijnse christenen met wie Ateek contact heeft, geloven dat de terugtrekking een begin kan vormen op de weg naar het bereiken van vrede. Wat hen betreft, hoeft Israël niet in één keer alle gebieden te verlaten die het in de oorlog van 1967 heeft bezet. „De terugtrekking kan in verschillende fasen worden uitgevoerd. De operatie in de Gazastrook is een goed begin. Mijn indruk is dat de Palestijnse christenen hier erg enthousiast over zijn.”
De directeur van het Bethlehem Bible College, Bishara Awad, is er teleurgesteld over dat de terugtrekking niet officieel verbonden is met de routekaart voor de vrede. „Het is Israël dat besloten heeft dit te doen. Het zal de Palestijnen niets goeds opleveren. Hun leven zal miserabeler zijn dan ooit, omdat ze opgesloten worden in een grote kooi. Israël zal alle grenzen controleren en de Palestijnen kunnen niet vrij reizen.”
Palestijnse christenen in Bethlehem vrezen volgens Awad dat Israël een deal met de Amerikanen heeft gesloten waarbij wordt gesteld dat Israël de Gazastrook verlaat, maar op de Westelijke Jordaanoever blijft. „De terugtrekking helpt niet als de evacuatie niet allesomvattend is en als de Palestijnen geen eigen onafhankelijke staat krijgen in het kader van de routekaart.”
De Palestijnen in Bethlehem praten nauwelijks over de terugtrekking. „Ze zijn bezorgd en depressief, niet gelukkig. Israël bepaalt wat er gebeurt.”
Charles Kopp, voorzitter van de Verenigde Christelijke Raad van Kerken in Israël, een overkoepelende organisatie van dertig protestantse en evangelische denominaties en organisaties, spreekt van „een moeilijke situatie.” Aan de ene kant gelooft Kopp dat God het land aan de joden heeft beloofd, maar aan de andere kant zegt hij Gods tijdsschema niet te kennen. „Ik weet niet of wij de generatie zijn waarin alle dingen moeten gebeuren. Christus kan elk moment wederkomen. Zijn tweede komst is niet afhankelijk van de bouw van de tempel of andere ontwikkelingen. Ik ben niet verontrust dat profetische beloften niet in vervulling gaan. Ik ben niet bezorgd vanwege deze gebeurtenissen. God staat toe dat deze dingen gebeuren.”
De terugtrekking dwingt een aantal christenen na te denken over wat de kern is van hun geloof. „De profeet Micha zei dat het gaat om het doen van recht, liefde en genade en het nederig wandelen met God. Dat is de essentie van de thora. Zelfs het Oude Testament leert dat het land een vervanging kan worden van waar het werkelijk om gaat.”
Kopp is van mening dat christenen die zich identificeren met „de rechtervleugel van de rechtse Israëlische kolonisten” een geestelijke terugslag kunnen krijgen. „Ze protesteren zelfs tegen de regering. Na eerst honderd procent achter Sharon te hebben gestaan, zijn ze nu honderd procent tegen hem. Dat is een soort extremisme.”