Koopman Transport is anno 2005 de grootste autovervoerder van Nederland. Jaarlijks worden er 600.000 nieuwe vervoermiddelen in een groot deel van Noordwest-Europa afgeleverd. „Wij leveren kwaliteit”, zo verklaart directeur S. Koopman de opmars. Maar ook: „Zonder de zegen van de Heere wordt het niets.”

De afgelopen jaren stond het bedrijf, dat dit jaar het 75-jarig jubileum viert, meerdere malen op de lijst van de 500 snelst groeiende bedrijven in Europa. Vanuit het Groningse Noordhorn sloeg Koopman zijn vleugels uit met eigen vestigingen in Nijkerk, Oud Gastel (West-Brabant) en Greven (Duitsland). Vorig jaar werd daar een terminal in Amsterdam aan toegevoegd.

Nog steeds is het hoofdkantoor gevestigd in het Groningse dorpje. „Natuurlijk hebben we wel eens over verplaatsing gesproken. Maar dan zouden we tal van toegewijde mensen die tot het topmanagement, de centrale administratie en de automatisering behoren, verliezen. En voor de chauffeurs maakt het weinig uit”, aldus Siebe Koopman. Samen met zijn broer Jan vormt hij de directie.

Hun grootvader zette in 1930 zijn eerste stappen in de transportwereld met het vervoeren van melkbussen. Tot die tijd was hij als hoefsmid werkzaam en zag hij hoe steeds meer vervoerders hun paard en wagen voor een (vracht)auto omruilden. Koopman: „Na de oorlog breidde het vervoer zich uit, het was de tijd van de wederopbouw.”

De grote doorbraak kwam begin jaren zestig. „We ontwikkelden een trailerkoppelconcept, waarbij extra trailers alvast geladen en gelost kunnen worden. Een andere belangrijke oorzaak voor de groei was de start van het autovervoer, in 1964.”

Toen de vraag naar auto’s sterk toenam en importeurs zochten naar geschikte transporteurs, stond Koopman vooraan in de rij. In 1971 opende het bedrijf na een overname in Nijkerk (aanvankelijk Hoevelaken) zijn deuren. Nu vervoert Koopman Transport voor fabrikanten, importeurs en dealers van meer dan twintig automerken hun producten door Nederland, België, Frankrijk, Zwitserland, Duitsland en Denemarken.

Recent heeft het bedrijf tien nieuwe trailers met een voorloopas onder de truck aangeschaft. „Die zijn speciaal voor ons ontwikkeld, omdat je probeert met hydraulische dekken zo veel mogelijk hoeken en gaten te vullen. Vooral door de opkomst van jeeps en SUV’s (Sports Utility Vehicle, in de volksmond ook wel ”asobakken” genoemd, AE) wordt de vracht steeds zwaarder. De nieuwe trailers kunnen 3,5 ton meer aan.”

De met auto’s volgepropte opleggers moeten soms omrijden wanneer een viaduct niet de gewenste hoogte van 4 meter heeft. Ook hebben de chauffeurs vaak last van laaghangende takken, die krassen op de dure lading kunnen veroorzaken. „We schrijven regelmatig gemeentebesturen aan met het verzoek de bomen te snoeien.”

Is 60 procent van de omzet -ongeveer 70 miljoen euro per jaar- afkomstig uit het autotransport, inmiddels kent de holding ook twee andere werkmaatschappijen: Koopman Depotrans en Koopman Car Terminal. De eerste verzorgt de opslag en distributie van goederen in de Benelux. Met een grote trailervloot worden per etmaal meer dan 400 trailerladingen vervoerd. Belangrijke klanten zijn papier- en kartonbedrijf Kappa en de Technische Unie.

Depotrans vervoert allerlei goederen en maakt ook deel uit van Transmission, een samenwerkingsverband van zeventien zelfstandige transport- en distributiebedrijven voor distributie van stukgoed in de Benelux.

Vorig jaar werd een 300.000 vierkante meter grote terminal in Amsterdam in gebruik genomen. Hier worden auto’s per trein en per schip aangevoerd en verricht Koopman aanvullende diensten als op- en overslag, schoonmaakwerkzaamheden, toevoegen van opties aan auto’s en schadeherstel. Op het terrein staan veel nieuwe Nissans, bestemd voor de landen waarin Koopman actief is.

Ongeveer drievijfde van alle werknemers is actief als chauffeur. Het totale bedrijf heeft de beschikking over 320 eigen vrachtwagens en nog eens 120 afkomstig van andere bedrijven. De chauffeurs werken soms in ploegendienst, vooral door het nachtelijk vervoer voor Depotrans.

Op zondag wordt er niet gereden. „Dat kan niet als je zondag naar de Tien Geboden luistert”, zegt Koopman. Hij en zijn broer behoren beiden tot de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt.

De Koopmannen dubben over uitbreiding van het bedrijf richting Oost-Europa, waar op sommige plaatsen in hoog tempo nieuwe autofabrieken uit de grond worden gestampt. „We oriënteren ons, maar het staat wel vast dat daar een markt voor autovervoer over de weg ontstaat, zeker gezien de gebrekkige spoorinfrastructuur”, aldus de directeur.

Andere uitbreidingsmogelijkheden zijn er wellicht voor de terminal, voor fabrikanten die per schip hun auto’s naar en/of van West-Europa vervoeren.