Vrees voor ramp met raffinaderij Curaçao
De Isla-raffinaderij op Curaçao wordt zo slecht onderhouden dat aannemers vrezen dat de veiligheid op het spel staat.
„Waar vroeger een hele installatie een onderhoudsbeurt kreeg, worden nu alleen onderdelen ervan onderhouden”, zegt Stella van Rijn, directeur van de Antilliaanse Aannemers Vereniging (AAV).
De Isla, die medio vorige eeuw door Shell werd gebouwd, behoort tot de grootste raffinaderijen ter wereld. Nadat Shell zich zo’n 25 jaar geleden terugtrok, werd de exploitatie overgenomen door het Venezolaanse staatsbedrijf PdVSA. De Venezolanen nemen het echter niet zo nauw met de veiligheids- en milieuvoorschriften. De overheid grijpt echter niet in uit vrees dat PdVSA zich terugtrekt en daardoor meer dan 1000 banen op de tocht komen te staan.
Maar volgens Van Rijn is de situatie nu zo zorgwekkend, dat een onafhankelijke instantie zou moeten beoordelen of de veiligheid van de installaties nog wel kan worden gegarandeerd. „Er wordt steeds minder onderhoud aan de raffinaderij gepleegd. Veel aannemers krijgen van de PdVSA geen contract voor onderhoudswerk meer. Of gesloten contracten worden niet in een daadwerkelijke opdracht omgezet. Ook de omgeving van de raffinaderij wordt verwaarloosd. Het is een brandgevaarlijk bedrijf.”
Van Rijn maakt zich daarnaast zorgen over de deskundigheid van de aannemers die nog wel op het terrein van de Isla werken. „Er worden geen kwaliteitseisen meer gesteld. De standaard die vroeger hoog werd gehouden is er niet meer, met alle risico’s voor de veiligheid.”
De verhuurder van de raffinaderij, de Isla, zegt in een reactie de Venezolanen niet te kunnen dwingen onderhoud te plegen. In de huurovereenkomst staat dat de oliemaatschappij „naar internationale standaard” onderhoudswerkzaamheden moet verrichten. Maar het is onduidelijk wat hieronder moet worden verstaan.