Gastheer voor zwerver en toerist
De terrassen van de cafés en restaurants rondom de Grote Kerk in Zwolle staan zo dicht bij het monumentale gebouw, dat de stoelen bijna de kerkmuur raken. Ds. J. Mulderij: „In de zomer fietsen we rakelings langs de bierdrinkende mensen naar de kerk.”

Toeristen drentelen langs de bonte marktkramen. Op de kale planken van een lege kraam speelt een muzikant in kleermakerszit een melancholiek klinkend wijsje op zijn fluit. Een worstenkraam. Knakworsten: 1,50 euro. Muziek schalt over het plein. Een man met een getinte huidskleur maakt gebruik van het urinoir, op nog geen meter afstand van het bedehuis dat midden in het stadsgewoel verrijst: de Grote of Sint-Michaëlskerk. In vier talen op een bord staat steeds hetzelfde: open voor bezichtiging. Als eens in het jaar de kermis bezit neemt van het marktplein, wijken de gemeenteleden uit naar een ander kerkgebouw.
De gemeente maakt deel uit van de protestantse gemeente Zwolle. De Grote Kerk biedt onderdak aan leden uit de geografische wijk in het centrum van Zwolle en ontvangt daarnaast iedere zondag hervormd-gereformeerde leden uit de wijde omtrek. Niet meer dan 10 procent van de gemeenteleden komt uit de binnenstad, een wijk met vooral winkels, zakenmensen en studerende kamerbewoners. De mentale gemeente bestaat uit ongeveer 700 leden.
Het gesprek met de predikant en enkele (voormalige) kerkenraadsleden heeft plaats in een antieke vergaderruimte in de kerk, aan een meterslange tafel met een blad van donkere planken.
Een van de problemen waarmee een stadsgemeente volgens ouderling J. Jonkman worstelt, is de kloof tussen de gereformeerde traditie en het leven midden in de stad. „Hoe blijven we aansprekend voor alle leden?” Volgens Jonkman, ruim twaalf jaar kerkenraadslid, staat de gemeente op een kruispunt. De te volgen koers is deze: „Ons ankerpunt: Jezus Christus is onze Heere. Ons vertrekpunt: de gereformeerde traditie, die iedere generatie opnieuw moet invullen. Ons uitgangspunt: de Bijbel en de belijdenisgeschriften. Ons richtpunt: het brengen van de boodschap aan de mensen om ons heen.”
Ds. Mulderij: „Het is een vreugde om op zondag met elkaar naar de kerk te gaan. Tegelijkertijd zie je op de terrassen mensen zitten die daar niets mee hebben.” Om de vertaalslag naar de mensen aan de andere kant van de kerkmuur te kunnen maken, praat de wijkgemeente over missionair gemeentezijn. Verder belegt ze Alpha-cursussen en participeert ze in een diaconaal project: een eetcafé voor zwervers en daklozen.
Elim
Vanwege de verantwoordelijkheid voor zowel de geografische wijk als de hervormd-gereformeerde leden in heel Zwolle, heeft de kerkenraad een dubbele pastorale taak. Maar vooral de zorg voor het centrum van de stad, waarin een grote groep rand- of onkerkelijk is, bezorgt hoofdbrekens. Eerder stelde de wijkgemeente een tweede evangelisatieouderling aan.
M. J. Meijwaard, aangeschoven als voormalig kerkenraadslid en scriba, denkt terug aan de periode dat hij als bezoekbroeder een ouderling vergezelde op huisbezoek. „Bij één op de elf adressen vonden we ingang. Dat was eind jaren zestig, begin jaren zeventig. Ik neem aan dat het sindsdien niet beter is geworden.”
Tegenwoordig gaan de broeders twee aan twee een aantal adressen langs tijdens zogenaamde bezoekavonden. Ds. Mulderij: „Het is best heel ingewikkeld. Je stoot vaak je neus.”
Jonkman: „De input, het werk dat je in de wijk stopt, is groot. Maar de output is relatief gering. Er komen weinig mensen uit de wijk in de gemeente. Men is niet meer gewend zich bij een gemeente aan te sluiten.”
De Grote Kerk-gemeente is voortgekomen uit Elim, een zogenaamde evangelisatie. Meijwaard: „O, ben je van Elim? hoor je dan mensen zeggen. Pure vijandschap soms.” Ds. Mulderij: „Aan de andere kant maak je ook bijzondere momenten mee. Onlangs overleed een vrouw uit onze wijkgemeente. Haar familie deed nergens aan. Alleen omdat moeder had aangegeven vanuit de kerk begraven te willen worden, kwam haar familie in aanraking met het Evangelie.”
Buiten strooit de elektronische beiaardier gul de carillonklanken uit over het marktplein. In de kerk bewonderen dagjesmensen het Schnitger-orgel en de hoger gelegen consistoriekamer. Deze achthoekige ruimte verving in 1690 de toren, die verschillende malen door de bliksem was getroffen en in 1682 tijdens een zware storm instortte. De toeristen die op zondag het interieur van de kerk willen bezichtigen, worden tijdens de erediensten opgevangen door zogenaamde gastheren en -vrouwen en uitgenodigd om de dienst mee te maken.
Hand aan de ploeg
In de Grote Kerk-gemeente circuleren wat „wilde ideeën” over het houden van laagdrempelige diensten. Het doordenken hiervan is volgens ouderling Jonkman echter nog niet aan de orde. De gemiddelde leeftijd van de leden ligt rond de 40; instroom is er genoeg. Wel trekt de jeugdkerk God Fashion in Zwolle aan de hervormd-gereformeerde jongeren. L. Hoff, ouderling en voormalig voorzitter van de kerkenraad: „Mensen die naar Zwolle verhuizen en zich bij een hervormd-gereformeerde gemeente aansluiten, doen dat heel bewust. Zij binden zich onvoorwaardelijk aan een gemeente. Maar dat gedrag verdwijnt, vooral bij jongeren, steeds meer.”
Ds. Mulderij: „Je kunt echter moeilijk concurreren met de vormen van de wereld. En het is bovendien de vraag of je dat moet willen.”
Hoff vindt het van groot belang dat de gemeenteleden met elkaar blijven communiceren. „Omdat mensen bij woorden verschillende beelden hebben. Wat is gereformeerd zijn? De meesten kunnen dit totaal niet verwoorden. Mensen lezen en studeren heel weinig. We moeten aan vorming en toerusting doen. Dingen met elkaar delen. Zo houd je waarden overeind.”
In aanvulling daarop raadt de predikant aan om „te vertrouwen op wat je zelf kreeg aangereikt. Uit de Schrift, langs de wegen van de gereformeerde traditie. Dan hoef je niet angstig te doen.” Hoe ziet hij de toekomst? „Laten we iedere dag in de gemeente de hand aan de ploeg slaan, vragen en dilemma’s niet uit de weg gaan. In vertrouwen.”
A. van Ommen, eveneens een gewezen kerkenraadslid en de oudste in het gezelschap: „Als het Woord gepreekt mag worden, heeft de kerk toekomst.”
Achter de muren en zware houten deuren van de Grote Kerk murmelt de stad.
Dit is het laatste artikel in een zesdelige serie over kerkzijn in de stad.