Kerkdief in oktober weer voor de rechter
De 37-jarige J. J. B. uit Emmen zal op 5 oktober opnieuw voor de rechtbank in Zutphen moeten verschijnen op verdenking van diefstallen uit kerken in Hattem, Ommen, Winterswijk, Bergentheim en Sibculo en een poging daartoe in Heerde.
B. heeft volgens het openbaar ministerie ingebroken in de kerken en haalde daar collectebussen, geld en goederen weg. In Hattem bestond de buit uit een antieke Statenbijbel met prenten en kaarten. De feiten werden gepleegd tussen maart en mei.
De strafzaak tegen B. werd dinsdag aangehouden omdat hij geen raadsman had. De Emmenaar had de dagvaarding pas maandag ontvangen en werd er toen ook van op de hoogte gesteld dat zijn advocaat op vakantie was en hij het met een vervanger moest doen. „Die had geen zin in mijn zaak”, zei B. tegen de rechtbank.
Blijkbaar had hij er zelf ook niet veel fiducie in, getuige zijn opmerkingen dat hij zich beriep op zijn zwijgrecht en „geen zin had in getrouwtrek.” Hij verweet de rechtbank dat die erop zat te wachten dat hij de zaak zonder raadsman zou afdoen. „Dan kunt u mij lekker veroordelen.”
Toen mr. A. W. M. Elders hem voorhield dat hij de kwestie met zijn raadsman niet aan de officier of de rechtbank moest verwijten, liep B. kwaad weg.
De rechtbank besloot vervolgens de zaak tot oktober te verdagen, zodat B. in de gelegenheid is een nieuwe raadsman te zoeken.
De Emmenaar is een bekende van justitie. Hij werd in 2002 en 2003 eveneens veroordeeld voor inbraak in kerken.