Jaarverslag GZB: Tekort aan middelen
De Gereformeerde Zendingsbond (GZB) zag in het afgelopen jaar haar inkomsten stijgen. Toch is er volgens het bestuur reden tot zorg: „Er is een groot tekort als het gaat om de nood waarmee we worden geconfronteerd.”
In zijn jaarverslag blikt de bond „met vreugde en dankbaarheid” terug op „een bijzonder jaar.” De GZB herdacht in 2001 zijn honderdjarig bestaan.
In het kader daarvan organiseerden zendingscommissies, clubs en verenigingen extra activiteiten. De zendingsbond vermoedt dat die er mede de oorzaak van zijn dat de inkomsten uit de gemeenten in het verslagjaar tot 4.194.412 miljoen euro zijn gestegen, een toename van 12 procent.
Het jubileumproject ”Tot aan het uiterste…” en de extrabijdrageactie ”Wat staat ons in de weg” brachten met 143.543 euro „aanzienlijk meer op dan vooraf werd ingeschat.” De opbrengst uit de collecten in de kerkdiensten -traditioneel de belangrijkste inkomstenbron- bedroeg in 2001 840.000 euro, 5 procent meer dan het jaar ervoor.
De GZB besteedde in 2001 ruim 5,6 miljoen euro aan het verwerkelijken van zijn doelstellingen. De jaarrekening kon uiteindelijk worden afgesloten met een gering positief saldo van 4199 euro. In 2000 was het resultaat nog 250.668 euro negatief. Een van de oorzaken van deze verbetering is volgens het bestuur het geringe aantal zendingsarbeiders in opleiding.
Niettemin rept de bond van „een groot tekort. Voor belangrijk nieuw werk dat zich aandient, zijn er soms wel de mensen, maar niet de benodigde middelen.”
In het verslagjaar werden zeven (buitengewoon) zendingsarbeiders uitgezonden, vanuit evenzoveel gemeenten.
Het bestuur kijkt ook vooruit. „Hoe verder als GZB in de tweede eeuw van zijn bestaan?” is de vraag die het zichzelf stelt. Het beleid is erop gericht het werk te verrichten „in opdracht van de synode en in nauwe aansluiting op de hervormde gemeenten die de GZB als hun zendingsorgaan hebben gekozen.” De bond meldt verder door te willen gaan met het stimuleren van gemeenten hun zendingsroeping te vervullen.