Kerk & religie

Donner bepleit „ethiek van diversiteit”

De Nederlandse samenleving heeft behoefte aan een ethiek die antwoord geeft op de grote diversiteit in de samenleving.

Kerkredactie
16 August 2005 10:38Gewijzigd op 14 November 2020 02:51

Dat stelde minister Donner van Justitie maandagavond bij de opening van het internationaal symposium over ethiek van de Stichting Reformatorische Wijsbegeerte in het Brabantse Hoeven.

Volgens de minister is er in onze maatschappij sprake van diepgaande „ethische verwarring.” Hij illustreerde dit met het voorbeeld van een Marokkaanse tasjesdief in Amsterdam die vorig jaar door de door hem beroofde vrouw werd overreden. De aanhouding van de vrouw leidde in de samenleving tot verontwaardigde reacties. „Volgens sommigen had de dader dit verdiend en ging de vrouw daarom vrijuit. Maar anderen zeiden dat vrijwel alle leeftijdsgenoten uit de omgeving van de overleden persoon vergelijkbare misdrijven hadden begaan.”

Juist vanwege deze verwarring is het kabinet-Balkenende een debat over normen en waarden gestart, aldus Donner. „De gedachtewisseling hierover moet de samenhang terugbrengen”, aldus de minister. „Op allerlei fronten in de maatschappij is het extremisme in opkomst. Niet alleen binnen de islam, maar bijvoorbeeld ook in de milieubeweging.”

De minister noemde ethiek en burgerlijke moraal essentieel voor elke samenleving. „Dit construeert het vertrouwen in de publieke sfeer. Wetgeving kan daarvoor geen vervanging bieden.”

Volgens Donner is het zelfs gevaarlijk om het recht als een alternatief voor de ethiek te beschouwen. „Wetgeving moet geworteld zijn in een gezamenlijke ethiek. Als we ethiek vervangen door de wetten en regels, belanden we snel in een totalitaire staat. De ethiek raakt immers alle aspecten van het sociale leven.”

De minister vroeg zich af of zijn oproep niet vergelijkbaar was met de „eeuwige herhaling” van oudere generaties, die klagen over het morele gebrek onder jongeren. Toch zag hij in de huidige discussie iets nieuws. „Voor het eerst in de wereldgeschiedenis zijn we geconfronteerd met een ethiek die de hele wereld raakt. We hebben te maken met normen die fundamenteel tegengesteld aan elkaar zijn.” Juist daarom moet de ethiek de verschillen in de samenleving duiden en daarvoor een oplossing aanreiken.

Donner wilde maandagavond niet het antwoord op zijn eigen vragen geven. Wel zei hij dat de christelijke filosofie veel kan bijdragen aan deze „ethische herleving.” „Als wij de antwoorden niet vinden, doen anderen het voor ons, maar met totaal andere resultaten. Het is daarom onze roeping deze confrontatie aan te gaan, in Zijn Naam en in dienst aan de mensheid”, aldus minister Donner.

Prof. Richard Mouw, president van Fuller Theological Seminary in de Verenigde Staten, ging maandagavond in op het verschil tussen de gereformeerde en de doperse manier van ethiek bedrijven. Als twee actuele voorbeelden van hedendaagse wederdopers noemde hij de Amerikanen Stanley Hauerwas en John Howard Yoder. Hauerwas werd in 2001 door het Amerikaanse weekblad Time zelfs uitgeroepen tot de „meest invloedrijke theologische denker”, aldus Mouw. „Maar de dopersen vinden het noodzakelijk zich af te zonderen in gemeenschappen van radicale volgelingen van Jezus, die zich tegenover de dominante culturele patronen opstellen.”

De gedachte dat christenen een „gezamenlijke kern” delen met niet-christenen en dus met hen kunnen samenwerken, beschouwen deze dopersen als „fundamenteel misleidend.”

Mouw -wiens grootouders vanuit het Veluwse Elspeet emigreerden naar Amerika- stelde dat hij vanuit zijn bevindelijk gereformeerde opvoeding zelf doperse trekken had meegekregen. Maar tijdens zijn studie in de jaren zestig had hij het werk van Abraham Kuyper ontdekt. „In het uitroepen van Christus’ koningschap over alle kringen van de geschapen werkelijkheid, riep Kuyper op tot een actieve betrokkenheid bij het publieke leven, dat geen plaats had in de christelijke vorming die ik had ondergaan. Toch bevatte Kuyper ook een continuering van de piëtistische orthodoxie waarvan ik de kern niet wilde opgeven.”

Mouw gaf toe dat de doperse benadering soms ook een „gezonde correctie is op het liberale protestantisme.” Maar hij verwierp dat de doorwerking van de zonde zo groot is dat de mens niet meer in staat is de scheppingsordinanties te herkennen, waardoor de isolatie in een aparte gemeenschap het enige alternatief is.

Hiertegenover stelde Mouw de gedachte van de „algemene genade” van Kuyper. „Die werkt geheimenisvol in het leven van, bijvoorbeeld, een Chinese regeringsambtenaar of een ongelovige kunstenaar om de schepping voor te bereiden op de volle komst van het Koninkrijk.” Ook de latere gereformeerde theoloog Klaas Schilder stelt volgens Mouw dat „de aarde -inclusief zijn culturele eigenschappen- des Heeren is.”

Een congresganger vroeg welke gevolgen deze verschillende visies hebben voor een concreet probleem als klimaatverandering. Mouw: „De dopersen beschouwen de wereld als rijp voor de vernietiging en daarom van geen belang. Maar reformatorische christenen belijden dat God de wereld heeft geschapen en volgens Johannes 3:16 liefheeft. Daarom gaat deze wereld ook naar de vernieuwing. Dan hebben we ook een mandaat om daar, in het algemeen belang, iets aan te doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer