Israëlische president vraagt kolonisten vergiffenis
President Moshe Katsav van Israël heeft woensdag de meer dan 9200 joodse kolonisten die de bezette Gazastrook en vier nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever moeten verlaten, om vergiffenis gevraagd. Hij deed dat via de Israëlische televisie.
„In naam van de staat Israël, vraag ik u vergiffenis, omdat we u vragen uw huizen na tientallen jaren te verlaten", zei Katsav. „Ik identificeer me met uw pijn. We weten dat u naar de Gazastrook bent verhuisd na beslissingen die de Israëlische regeringen hebben genomen. U hebt zich helden getoond in gevaar", aldus de president.
Hij zei dat de tijd was gekomen om de beslissing te respecteren die de autoriteiten, de Knesset (het parlement) en de regering hebben genomen. „De wereld kijkt naar ons. Verzet tegen de terugtrekking mag de veiligheid van de staat niet bedreigen", zei Katsav, verwijzend naar dreigementen van ultranationalistische tegenstanders van de historische terugtrekking uit Palestijns gebied.
„Zelfs degenen die denken dat dit proces een vergissing is, mogen de wet niet overtreden. Er is een grens aan strijd", zei de president, die militairen waarschuwde geen gehoor te geven aan oproepen orders te negeren. Hij noemde die oproepen „een zeer ernstige fout die ons rampspoed kan brengen".
„Het trauma van de moord op Yitzhak Rabin is elke dag bij ons", zei Katsav. Hij bracht in herinnering dat die Israëlische premier in 1995 werd doodgeschoten door een joodse extremist die vastbesloten was het vredesproces te saboteren.
De ontruiming van de nederzettingen begint op 17 augustus.