Netanyahu versus Sharon
Joodse regeringsleiders zijn -net als andere mensen- niet volmaakt. Carrièredrang manifesteert zich niet als specifieke kwaal van socialisten of calvinisten. Eerzucht vormt een menselijke eigenschap. Ook in Israël buitelen regeringsleiders af en toe over elkaar heen. Dat blijkt nu de vroegere premier Netanyahu het kabinet van de huidige leider Sharon verlaat.
De regering-Sharon nam destijds het plan om de nederzettingen in de Gazastrook te ontruimen aan met zeventien stemmen voor en vijf tegen. De tegenstanders behoorden allen tot Sharons eigen Likud-partij. Al op dat moment stond Netanyahu aan het hoofd van de bezwaarden. Diverse Israëlische kranten schrijven dat Netanyahu’s besluit om zijn ministerspost ter beschikking te stellen een kwestie is van onverhulde politieke eerzucht.
In elk geval ondervindt Netanyahu’s daad herkenning bij Israëli’s die ontevreden zijn over het terugtrekken uit de Gazastrook. Vaststaat dat Sharon zonder dat er discussie mogelijk was zijn plan erdoor heeft gedrukt. Heel wat joden vinden dat hij met zijn manier van optreden het democratisch principe geweld aandoet.
Recent had er -onder leiding van Ami Ayalon, voormalig directeur van de Israëlische inlichtingendienst- een demonstratie plaats om het ontruimingsplan te ondersteunen. Deze actie kreeg veel publiciteit. Toch namen er slechts enkele tientallen mensen aan deel. Anderzijds kwamen tienduizenden Israëli’s op de been met kritiek op de ontruiming. De autoriteiten verboden hun protestmars. En er was sprake van arrestaties. Nota bene: de Israëlische politie pakte joden op.
De opperrabbijn van Tel Aviv, Israël Lau, liet zich vorige week duidelijk uit tegen de uitvoering van Sharons plan. Als redenen noemde hij dat het de eenheid van het volk en de menselijke waardigheid bedreigt.
En wat stelt eigenlijk het ontruimen van de Gazastrook voor? Feitelijk verliet Israël al lang geleden de Gazastrook. Het gaat nu nog om 21 nederzettingen. Een jodin zei op de vraag naar de betekenis daarvan dat er nog slechts „een snippertje” in het geding is. „Een kustreepje waar een handjevol joodse boeren zich als het ware aan de tot dusverre door allen verguisde grond kluistert. Wat kan het verdrijven van nog geen 10.000 joden betekenen voor de Arabieren?”
Bij conflicten is vaak vooral prestige in het geding. De Arabieren willen dat Sharon en de zijnen voor hen buigen. Zij hebben overigens al duidelijk te kennen gegeven dat na de nu beloofde ontruimingen Jeruzalem aan de beurt is. Het gaat om prestige. Ook bij Sharon, die zich in z’n overwegingen laat leiden door buitenlandse politici, zoals George Bush. En de Israëlische pers schrijft niet voor niets ook Netanyahu eerzucht toe.
Over dat laatste vallen moeilijk harde uitspraken te doen. Eén ding is zeker. De populariteit van de voormalige premier is momenteel veel groter dan die van Sharon. Als het op stemmen aankwam, zou Netanyahu op dit moment worden gekozen tot leider van de Likud-partij in Israël. Opiniepeilingen vertellen dat hij de steun van 47 procent van de partijleden zou krijgen, terwijl Sharon op niet meer dan 33 procent kan rekenen.
Israël staat bekend als zo’n beetje de enige democratie in het Midden-Oosten. Joden en hun sympathisanten gebruiken dat vaak als een argument om aan te tonen dat zij en hun land een gunstige uitzondering vormen in een door Arabieren gedomineerde wereld. Het kwam echter zover dat de politie -zo gebeurde het vorige week- een joodse huwelijk in een van de nederzettingen in de Gazastrook verbood. Er zouden 250 gasten komen. Dat strijkt de strijdbare tegenstanders van de ontruiming tegen de haren in. De vraag is hoe lang Sharon het kan volhouden om de stem van een belangrijk deel van het volk te negeren.