Volgens de krant zal minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) haar inburgeringsplannen ingrijpend aanpassen, omdat de Raad van State heeft aangegeven dat die discriminerend zijn. In het oorspronkelijke voorstel van de VVD–bewindsvrouw moest iedereen tot 65 jaar die minder dan acht jaar in Nederland was tijdens de leerplichtige leeftijd, slagen voor een inburgeringsexamen.

Nu zou Verdonk de plicht in elk geval willen beperken tot migranten die na 1975, het jaar waarin Suriname onafhankelijk werd, in Nederland aankwamen. Nederlanders die buiten de Europese Unie zijn geboren en buitenlanders die tot Nederlander zijn genaturaliseerd, zouden niet onder de inburgeringsplicht gaan vallen. Dat zou ook gelden voor kinderen van zogeheten expats die zich in Nederland vestigen.

Het ministerie wilde niet op de zaak ingaan, omdat het volgens een woordvoerster om een intern stuk gaat. Volgens de NRC heeft de directeur wetgeving van het departement Verdonk geadviseerd de nog vertrouwelijke kritiek van de Raad van State, waarvan de kern eerder al uitlekte, grotendeels te volgen en het wetsvoorstel in de geest van het advies te wijzigen.

In het ambtelijk schrijven staat dat de mening van het belangrijkste adviesorgaan van de regering een „tamelijk vergaand oordeel, maar zeker geen onbegrijpelijk standpunt" is, zo citeert het dagblad. Als de minister tegen het advies ingaat, zal dat leiden tot „ingewikkelde juridische discussies", waarschuwen de ambtenaren haar.

De Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken oordeelde eind vorig al dat het discriminerend is om de algemene inburgeringsplicht alleen aan allochtonen op te leggen. Daarop veranderde Verdonk de formulering van het wetsvoorstel.