Koopvee aan het lijntje van slimme reclamemakers
Titel:
”Cultuurkrakers”
Auteur: Kalle Lasn
Uitgeverij: Lemniscaat
Rotterdam, 2002
ISBN 90 5637 389 7
Pagina’s: 243
Prijs: € 19,95. Ongebreideld consumeren is Kalle Lasn een doorn in het oog. In het manifest ”Cultuurkrakers” trekt de in Estland geboren Amerikaan fel van leer tegen de schaduwkant van de economische vooruitgang.
Consuminderen, reclamekrakers, niet-winkeldag - de ideeën van Lasn roepen wereldwijd herkenning op. ”Cultuurkrakers” vormt de schriftelijke weerslag van zijn campagne die ons, westerse consumenten, bewust moet maken van het feit dat we koopvee zijn dat dommig meehobbelt op de paden die slimme marketeers hebben uitgestippeld.
Kalle Lasn is een gedreven man. Het heeft er zelfs veel van weg dat hij ”Cultuurkrakers” in een langdurige woedeaanval heeft geschreven. De boosheid spat werkelijk van iedere bladzijde. Dat maakt het lezen tot een nogal vermoeiende bezigheid. Terwijl de centrale boodschap er juist één is die aanzet tot actie. Want de economische vooruitgang die onze planeet de nek omdraait, moet met alle middelen worden bestreden, vindt de schrijver.
Lasn verwoordt het zo: „Het is ons doel bestaande machtsstructuren ten val te brengen en een ingrijpende verschuiving aan te brengen in de manier waarop wij leven in de eenentwintigste eeuw. Wij geloven dat cultuurkraken voor onze tijd zal worden wat de strijd voor de burgerrechten was voor de jaren zestig, het feminisme voor de jaren zeventig en de strijd voor het milieu in de jaren tachtig.”
Volgens Lasn (60) is de gemiddelde Amerikaan namelijk niet meer in staat zelf zijn leven te leiden, maar wordt hij door de commercie geleefd. Een onophoudelijke stroom informatie van de vroege morgen tot de late avond verdooft zijn zintuigen, zodat hij zich nauwelijks bewust is van de keuzes die hij maakt. Deze constatering is allesbehalve origineel, maar dat is ook niet de bedoeling.
„We plaatsen onszelf in een revolutionair continuüm dat, teruggaand in de tijd, bestaat uit de eerste punkrockers, de hippiebeweging uit de jaren zestig, een groep Europese intellectuelen en conceptuele kunstenaars die zichzelf de Internationale Situationisten noemden, de surrealisten, dadaïsten, anarchisten en een heleboel andere sociale onruststokers door de eeuwen heen, die als voornaamste doel hadden om het gangbare ethos uit te dagen op een manier die zo oorspronkelijk en hartgrondig was dat die alleen maar waarachtig kon zijn.”
”Oorspronkelijk”, ”hartgrondig” en ”waarachtig” zijn kwalificaties die voor rekening komen van de auteur. De lezers kunnen zelf oordelen over de vruchten van de bewuste bewegingen. Wellicht zullen ze zelfs de handen dichtknijpen over het uitblijven van succes voor de verwoestende maatschappijvisie van de genoemde horde vrijbuiters. Lasn schaart zich echter met merkbare voldoening in het illustere rijtje.
De term cultuurkraken behelst in de kern het subtiel ombouwen van reclame-uitingen, zodat ze in het tegendeel komen te verkeren. Zo buigt een vrouw zich kokhalzend over het toilet - een reclameparodie op de broodmagere modellen waarmee een fabrikant een parfum aanbeveelt in de campagne ”Obsession for women”. In breder verband omvat het alle uitingen die zich keren tegen de greep van de commercie op ons bestaan.
In de keuze van zijn arsenaal dat „ommekeer, herstel, verlossing” teweeg moet brengen, is Lasn niet kinderachtig. Stap voor stap brengt hij zijn lezers bij hoe zij hun daden van verzet moeten vormgeven om de big-business-staat die de Verenigde Staten zijn geworden te ontmantelen. „Je zult jezelf trainen om altijd de positie in te nemen van de macht, om te denken aan het feit dat jij een mens bent en dat het bedrijf louter een wettelijke constructie is die jouw soort heeft bedacht.”
Daarmee staat Lasn nadrukkelijk een doeltreffender strategie voor ogen dan de uitgesleten paden van protest die betogers plegen te bewandelen. Nee, de industrie moet in zijn beleving daarentegen strak geregisseerd worden aangevallen, „van bovenaf aan met krachtige hatelijkheden in de media” en „van onderen aan” op het niveau van gewone mensen die de handen ineenslaan om bedrijven te dwingen hun beleid om te buigen.
Cultuurkrakers sluit zo naadloos aan op ”No logo” van Naomi Klein en ”De stille overname” van Noreena Hertz. De antiglobaliseringsthematiek in deze boeken heeft de wind in de zeilen. Ook, of misschien zeker christenen voelen zich aangesproken door het ideaal van een samenleving die de menselijke maat koestert. Wellicht kan het geen kwaad de revolutionaire rode draad die door ”Cultuurkrakers” loopt, duidelijk in het oog te houden.