Kerk & religie

„De apostelen leerden het ook niet op één dag”

„De Heere houdt een weg van afbraak. Het is een grote zaak als men de gunst van de Heere mag proeven en smaken in plaats van voor eeuwig weg te zinken.” Dat zei ds. A. van Voorden, predikant van de gereformeerde gemeente in Nederland te De Beek-Uddel, zaterdag op de jaarlijkse zendingsdag van de Mbumazending in Urk.

Van een medewerker
8 August 2005 11:16Gewijzigd op 14 November 2020 02:49

Ds. Van Voorden spreekt over Psalm 50:5. Hij zegt dat er in deze tekst zowel van God de Vader als van de Zoon en de Heilige Geest gesproken wordt. „De Vader zegt tot Zijn Zoon om Zijn gunstgenoten te verzamelen en Hij zal daartoe de Geest uitzenden.” De predikant heeft het liefst te doen met een „ouderwetse be-kering.” „Men hoort tegenwoordig zo veel dat men denkt: Wat is het? Het mag gelukkig wel eens anders zijn als men iemand hoort getuigen dat er geen mogelijkheid van zalig worden was en dat er bij God vandaan een deur in het dal van Achor ontsloten is. Zo een zal leren de dood en het verderf verdiend te hebben.”

De toespraak van lerend ouderling Th. L. Zwartbol van de oud gereformeerde gemeente te Kinderdijk, gaat over het dal vol dorre doodsbeenderen (Ezechiël 37). Hij zegt dat de profeet moest spreken tot die beenderen. „We zijn allemaal van nature doodsbeenderen waar geen beweging in zit door onze diepe val in Adam. Wij kunnen geen leven in die beenderen praten. De Heere gaf een geest in de beenderen.”

Zwartbol stelt de vraag hoe een mens met Christus verzoend kan worden. „Dat gebeurt in een weg van verloren gaan. Het volk van God wordt helwaardig gemaakt. Ze kunnen het leven in zichzelf niet vinden, maar dan gaat de Heere Jezus zich openbaren als de Weg, de Waarheid en het Leven. Het fundament van de zaligheid ligt in Jezus Christus, Die aan het recht van God heeft voldaan en heeft betaald voor die zwarte beenderen. God heeft een land bereid voor zulke ellendigen.”

Ds. E. Bakker, predikant van de plaatselijke gereformeerde gemeente, spreekt over de Kananese vrouw (Matthéüs 15). Hij wijst erop dat de Heere Jezus die vrouw beproefde. „De vrouw had ootmoed en ontzag en een besef van haar eigen onwaarde. Haar nood was groot en toch gaf Jezus een afwijzend antwoord. Hij had daar een wijze bedoeling mee. Ze moest inleven dat ze niet van het huis van Israël was.”

De predikant benadrukt dat het gebed van de vrouw daarna korter werd, maar dat ze niet wegging, omdat ze wist dat het dan een verloren zaak zou zijn. „Op het afwijzende woord van de Heere Jezus antwoordt ze met: „Ja Heere”, en niet met: „Maar Heere.” Daarmee erkent ze dat ze een buitenstaander is. Toch krijgt de vrouw op haar verzoek een kruimel hemels manna. De Heere Jezus bekroont het beproefde geloof. De Heere zet de kroon op zijn eigen werk.”

„Tegenwoordig lijkt het wel alsof ze het geestelijk leven in één dag leren, maar de apostelen hebben het ook niet in één dag geleerd. Na drie jaar waren ze er nog vreemdelingen van waarom Christus in de dood ging”, zegt ds. T. Klok, predikant van de plaatselijke oud gereformeerde gemeente. Hij spreekt over 1 Johannes 1. De predikant ziet in deze tekst een weg van stap tot stap: eerst horen, dan zien en ten slotte tasten. „De eerste vrucht is dat we weten dat we verloren liggen, er komt smart over de zonde en droefheid naar God. Als de ontdekkingen dieper doorgaan, wordt er plaatsgemaakt om de Heere Jezus van ver te zien. De Middelaar wil zich openbaren aan hen die hun verlorenheid overnemen. Degenen die het getast hebben, zijn zij die bewust deel hebben aan de hun van God gegeven Bloedbruidegom”, aldus ds. Klok.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer