In het vrijdag verschenen rapport ”Grenzen aan de maatschappelijke opdracht van de school” van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) staat dat overheid en ouders steeds meer van scholen verwachten. Die moeten niet alleen lesgeven, maar ook probleemjongeren heropvoeden, kinderen buiten schooltijd opvangen en hen verzorgen. De overheid maakt de scholen echter niet duidelijk hoe ze het extra werk moeten oppakken. De onderwijsinstellingen verkeren daardoor in verwarring en weten niet meer precies wat ze moeten doen.

VVD-kamerlid Balemans herkent het beeld dat uit het SCP-rapport naar voren komt. Hij is „echt bezorgd” dat de autonomie van scholen zo ver wordt opgerekt dat ze alle extra taken niet meer aankunnen. „Bij de behandeling van de onderwijsbegroting na het reces moeten we goed tegen het licht houden wat de taak van scholen is. We moeten ze niet overvoeren.”

Docenten krijgen volgens hem bijvoorbeeld steeds vaker te maken met ernstige probleemgevallen, maar zijn er niet voor opgeleid die op te vangen.

CDA’er Mosterd vindt dat de overheid en de samenleving zich moeten realiseren dat scholen niet ieder probleem kunnen oppakken. Hij vindt dat scholen „duidelijk moeten letten op hun omgeving en daar zo goed mogelijk op moeten inspelen. Taken die de scholen boven de pet gaan, moeten ze samen met anderen, zoals ouders, ter hand nemen.”

Uit het SCP-rapport blijkt dat het bijzonder onderwijs er beter dan het openbaar onderwijs in slaagt zijn maatschappelijke opdracht te vervullen. Christelijke scholen hebben het wel makkelijker, vinden de geïnterviewde deskundigen, omdat er bij hun leerlingen „al een zekere overeenstemming is in waarden en normen.” Doorgaans, stelt een van hen, is het zo dat mensen die een geloof aanhangen zich fatsoenlijker gedragen en zich ook toleranter opstellen tegenover andere groepen. „In reformatorische en gereformeerde scholen zorgt men veel meer voor elkaar dan elders”, vult een ander aan.