VMO beraadt zich over rechtszaken
Vereniging Milieu-Offensief (VMO) gaat zich deze zomer beraden over het aanspannen van nieuwe rechtszaken tegen individuele intensieve veehouders.
Dat zei V. Wösten, juridisch woordvoerder van VMO, maandag bij de Raad van State. Die behandelde een drietal door VMO en de vermoedelijke moordenaar van Fortuyn aangespannen rechtszaken. De zaken richtten zich tegen veehouders in Woudenberg, Elburg en Randwijk.
VMO-woordvoerder Wösten wilde niet op het interne beraad vooruitlopen. Hij kon niet zeggen of de organisatie op dezelfde voet door zal gaan met procederen, of dat ze het aantal zaken sterk zal verminderen. De vermoedelijke dader van de moordaanslag op Fortuyn, die zich uit alle lopende zaken heeft teruggetrokken, was immers een van de drijvende krachten achter de jaarlijks ruim 2000 tegen intensieve veehouders gerichte rechtszaken.
Bovendien zijn dit jaar de nieuwe stankwet en Wet Ammoniak en Veehouderij ingevoerd, die de oude complexe regelingen, richtlijnen en brochures hebben vervangen. De nieuwe wetten beogen de praktijk van de vergunningverlening aan veehouderijen te versimpelen. Juist de vage regelingen hebben de afgelopen jaren geleid tot de duizenden juridische conflicten die VMO enerzijds en de veehouders en gemeenten anderzijds bij de Raad van State hebben uitgevochten.
Overigens betwijfelde VMO-woordvoerder Wösten of de komst van de nieuwe wetten op zichzelf aanleiding zal zijn voor een vermindering van het aantal rechtszaken. „Welke regeling er ook komt: veehouders zullen de wet altijd tot de uiterste grens opzoeken. Bovendien is er altijd een grijs gebied waarin de rechter uitkomst zal moeten bieden”, zei Wösten.