Gij wilt niet
Wel dan, o mens, hebt u geen medelijden met uw onsterfelijke ziel? Of gelooft u niet wat Gods Woord zo duidelijk zegt, dat de ware bekering niet iets uitwendigs is, maar dat ze een vernieuwing van het gemoed is, een uittrekken van de oude mens en een aandoen van de nieuwe mens? Het is een overgang van de dood tot het leven, van de duisternis tot het licht.Gelooft u soms niet dat God de wereld naar het Evangelie zal oordelen? Of vreest u Hem niet, Die ziel en lichaam kan verderven in de hel? Wee u, wat zal het u een hel zijn de eeuwige bewustheid te hebben tegen zulk een licht gezondigd te hebben. Het zal de heidenen dragelijker zijn in de dag des oordeels dan ulieden.
Alle ernstige bestraffingen, getrouwe vermaningen, vriendelijke uitnodigingen en het ernstige voorstel van de waarheden, al die overvloedige genademiddelen zullen u, wanneer u daar geen gebruik van maakt, een knagende worm zijn en een eeuwig weedom veroorzaken.
U zult zeggen: Ik kan tot Jezus niet komen, hoe ik ook ben uitgenodigd en gewaarschuwd. Want volgens het getuigenis van Gods Woord kan ik tot Jezus niet gaan of de Vader moet mij trekken. O, had u daarvan maar eens een rechte indruk!
Prof. A. Driessen, predikant te Groningen (”Oude en nieuwe mens”, 1738)