Jimmy Carter kritiseert conservatieve baptisten
De Amerikaanse oud-president Jimmy Carter heeft zondag in een toespraak tot de Baptistische Wereldbond in het Britse Birmingham scherpe kritiek geuit op het christelijk fundamentalisme.
Volgens de 81-jarige ex-president, een gezien en vooraanstaand baptist, is christelijke fundamentalisme een „kankergezwel voor de christenheid.” Dat zei hij in een toespraak tot de in Birmingham verzamelde baptisten. Carter veroordeelde ook het uittreden van de Zuidelijke Baptisten in de Verenigde Staten uit de wereldbond. Deze grootste protestantse kerk in de VS met 16,3 miljoen leden verliet in de herfst van 2004 het koepelverband van de baptisten omdat ze de koers van dit orgaan te liberaal vond.
Volgens Carter zijn baptisten het over veel zaken oneens. Hij noemde concreet homoseksualiteit, het ambt aller gelovigen en de scheiding van kerk en staat. „Maar over één grondzaak zijn we het allemaal eens: wij zijn door de genade van God, door het geloof in Jezus Christus gered.”
Carter riep ertoe op te stoppen met discriminatie. Hij noemde met name het feit dat vrouwen geen voorganger kunnen worden. Volgens Carter verhindert de Bijbel dit niet. „Wanneer er in het Nieuwe Testament geen onderscheid gemaakt wordt tussen joden en Grieken, slaven en heren, dan geldt dat ook voor mannen en vrouwen”, aldus Carter onder applaus van de bezoekers.
Zaterdagavond reikte hij de vijfjaarlijkse mensenrechtenprijs van de Baptistische Wereldbond uit aan de Amerikaanse Lauren Bethell. Zij is actief in de strijd tegen mensenhandel en prostitutie. Ze riep, na de prijsuitreiking, de aanwezigen ertoe op prostituees „met de ogen van Jezus” te bezien. Bethell leidde veertien jaar lang een huis voor misbruikte vrouwen in Thailand.
De Engelsman David Coffey (64) werd zaterdag gekozen tot de nieuwe president van de 34 miljoen leden tellende Baptistische Wereldbond. Hij werd door de deelnemers aan het congres bij acclamatie verkozen voor de periode van vijf jaar. Coffey is de opvolger van de Zuid-Koreaan Billy Kim.