IRA eist einde aan gewapende strijd
Na ruim 35 jaar gewapende strijd, heeft de Noord–Ierse afscheidingsbeweging IRA het geweld afgezworen en de wapens neergelegd. De illegale katholieke organisatie wil weer met politieke middelen haar doel bereiken, namelijk de Noord–Ierse afsplitsing van Groot–Brittannië en een hereniging met Ierland.
Britse media spraken over een doorbraak in het vredesproces en een historische ontwikkeling voor de Britse provincie. Om 17.00 uur Nederlandse tijd donderdag werd de aankondiging van het Ierse Republikeinse Leger om de wapens neer te leggen, van kracht. De leiding van de IRA droeg haar eenheden op vanaf dat tijdstip een einde te maken aan de strijd en de wapens in te leveren. In de voor de IRA ongekend duidelijke verklaring staat verder dat de organisatie ook een einde wil aan criminele activiteiten van IRA–leden.
De leider van de politieke tak van de IRA, Gerry Adams van de Sinn Fein, verwelkomde de aankondiging. Hij noemde het een „moedig initiatief" dat het vredesproces doet herleven. Adams had de IRA in april nog opgeroepen een definitief einde te maken aan de gewapende strijd.
De Britse premier Blair vindt de verklaring van de IRA zeer positief. Hij sprak de hoop uit dat „dit de dag is waar oorlog plaatsmaakt voor vrede". Blair heeft zich de afgelopen jaren enorm ingezet voor het vredesproces. Hij noemde de stap van de IRA van een „ongeëvenaard kaliber".
De grootste tegenstander van de IRA, de radicale Noord–Ierse protestantse partij DUP van Ian Paisley, was terughoudender. De partij wees op de noodzakelijke controle van de ontwapening door de IRA en op de noodzaak om radicale IRA–leden te dwingen zich aan de orders van het IRA–leiderschap te houden. Paisley zei dat de verklaring van de IRA ook niet expliciet genoeg is als het gaat om het beëindigen van de criminele activiteiten.
De Ierse premier Ahern juichte de verklaring toe. Hij zei dat het „een gedenkwaardige en historische ontwikkeling" zou zijn als er daden aan de woorden gekoppeld worden. „De ontwikkelingen van vandaag kunnen een nieuw tijdperk aankondigen voor alle mensen op het Ierse eiland".
Ook in de Verenigde Staten, dat zich jarenlang inspande om het conflict te beëindigen, is de IRA–verklaring positief ontvangen. De speciale gezant van president Bush voor Noord–Ierland, Reiss, zei tegen de nieuwszender CNN dat de verklaring „zeer bemoedigend" is. „Wij moeten de komende weken en maanden afwachten of deze woorden in daden kunnen worden vertaald om te kunnen vaststellen of het echt historisch is".
Het geweld in Noord–Ierland heeft sinds 1969 aan naar schatting ruim 3300 mensen het leven gekost. Van hen waren 1800 het slachtoffer van de IRA–terreur.
Het moeizame vredesproces, dat begon met het sluiten van de Goede Vrijdag–akkoorden in 1998, ontspoorde in oktober 2002. Toen werden de Noord–Ierse regering en het parlement op non–actief gezet en kwam het gebied opnieuw onder direct Brits bestuur. De directe aanleiding voor deze maatregelen waren beschuldigingen dat de IRA via Sinn Fein in het Britse ministerie voor Noord–Ierse Zaken was geïnfiltreerd.
De IRA kwam ook steeds in opspraak door zijn criminele activiteiten. De IRA zou betrokken zijn geweest bij een bankoverval in Belfast, waarbij eind vorig jaar 26,5 miljoen pond (40,1 miljoen euro) werd buitgemaakt. Ook de moord op de Noord–Ierse katholiek Robert McCartney in een bar in Belfast begin dit jaar wordt de IRA aangerekend. Deze daden hebben de steun voor de organisatie doen afnemen. Hoofdpunten uit de IRA–verklaring
– Het leiderschap roept alle leden op de gewapende strijd te staken met ingang van donderdag 16.00 uur (17.00 uur Nederlandse tijd). Alle IRA–eenheden zijn opgeroepen alle wapens neer te leggen. De verklaring spreekt van een „order”.
– In samenwerking met de al langer bestaande onafhankelijke commissie van toezicht op ontwapening (IICD), onder aanvoering van de Canadees John de Chastelain, zullen nadere stappen worden besproken om het IRA–wapenarsenaal definitief te ontmantelen. Dat zal zo snel mogelijk en ook „verifieerbaar” gebeuren en daarvoor zijn twee „onafhankelijke getuigen van de katholieke en protestantse kerken” uitgenodigd”.
– Het besluit om de strijd te staken is volgens de verklaring het gevolg van „interne discussie zonder precedent”. Het IRA–leiderschip zegt „trots” te zijn op de „historische discussie” binnen de eigen gelederen.
– De IRA–leiding zegt dat „wij geloven dat er nu een alternatieve weg is om de Britse heerschappij in ons land te beëindigen”. „We benadrukken wel dat de gewapende strijd legitiem was”.
– De IRA stelt nog wel „volledig gecommitteerd te zijn aan de doelstellingen van de Ierse eenheid en onafhankelijkheid”.
– De IRA roept alle Ierse republikeinen „waar dan ook” op zich maximaal in te zetten voor de doelstellingen van de organisatie. Volgens het Iers Republikeins Leger is er momenteel een „ongekende mogelijkheid” om gebruik te maken van de „aanzienlijke energie en goodwill” die er is voor het Noord–Ierse vredesproces.